Deze avond hadden we een vergadering van Heemkunde. Omdat we zonder auto zitten, dachten we eerst niet te kunnen gaan. Heers bestaat immers uit 12 deelgemeenten, wij wonen in Veulen, het lokaal van Heemkunde Groot Heers ligt in Heks. Die twee dorpen liggen 5 kilometer van elkaar: een uurtje lopen. Maar de secretaris van Heemkunde, Tony Ruison en zijn vrouw stelden voor ons te komen afhalen.
We kregen onder andere een lezing over akkervondsten, silex enz. Wel interessant, maar voor de zoveelste keer stel ik vast dat ik absoluut geen auditief geheugen heb. Ik had gehoopt dat de spreker een kleine samenvatting van zijn toespraak zou ronddelen, maar nee. Dus kan ik er niet veel over vertellen. Hij had wel heel veel fragmenten van eeuwenoude stenen pijpen gevonden! Zeggen dat Roger en ik in de jaren '70 nog zulke pijpen kochten! Ik heb die nog gerookt (vroeger rookte ik de pijp, maar ik kreeg te veel bezien en ben dus maar overgestapt op ongezondere sigaretten)! Die stenen pijpen rookten niet aangenaam. Ze gaven een onaangenaam gevoel en smaak.
Ik moest ook terugdenken aan de thesis van Elvira, die ging over de Gallo-Romeinse tijd hier in Haspengouw. Samen hebben we toen dagenlang de velden 'geprospecteerd'. Ze had heel veel fragmenten van artefacten gevonden, en die zijn nog jaren in dozen in ons poorthuis blijven staan. Ik had een beetje gehoopt dat de spreker ons zou uitleggen (zoals Elvira destijds had gedaan) dat de beste tijd om de akkers te prospecteren, was vlak nadat ze omgeploegd waren. Maar daar sprak hij niet over.
Op een zeker ogenblik vroeg Boudewijn Knevels, die ook aanwezig was, of ons begrip 'pijpen' iets te maken had met het voorwerp. Een ander lid van Heemkunde begon toen 'vettig' te lachen. Walgelijk vond ik dat! Nu, Roger en ik wisten precies waar dat woord vandaan komt, maar hebben het niet te berde gebracht, want anders zou er veel te lang afgeweken zijn van het eigenlijke onderwerp van de lezing. Uiteraard komt dat 'pijpen' van het pijpen op een doedelzak!
Het echtpaar Renwa was er ook en het was een blij weerzien. We zaten samen aan dezelfde tafel en tijdens de pauze zei ze mij: 'Dit lijkt echt een mannenclubje hé?'. Dat is zo. Buiten zij en ik was alleen de vrouw van de secretaris aanwezig. En meestal zijn die vrouw en ik de enige vertegenwoordigers van het vrouwelijke geslacht.
Na de lezing werden we door de secretaris en zijn vrouw naar huis gebracht. Wat betekent dat ik na de vergadering eerst heb helpen afwassen enz. Ik verschoot ervan hoeveel werk dat nog betekende en heb bedacht dat ik misschien elke keer zou moeten helpen. Andere keren doet de echtgenote van de secretaris dat in haar eentje.
En toen vroeg ik me ineens af waarom geen enkele man er ooit aan dacht die vrouw te helpen? Blijkbaar zijn de vroegere rolpatronen toch nog serieus in voege! Zelfs Roger met wie ik daarover sprak, leek het normaal te vinden dat geen enkele van zijn geslachtsgenoten daar ooit aan dacht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten