Toen we de auto parkeerden aan het kerkje van het dorpje Haren (weer zo’n speciale naam!), deelgemeente van Borgloon, scheen de zon al krachtig.
Toch leek het dorpje ingeslapen. Niemand hebben we gezien op straat. Ik herkende het kerkje meteen, hoewel ik me oorspronkelijk niet meer herinnerde dat we daar ooit gewandeld hadden. De eerste keer dat ik het kerkje zag was heel lang geleden, ter gelegenheid van een kerstconcert van de fanfare van Bommershoven, de laatste keer bleek twee jaar geleden te zijn. Roger merkte meteen dat het hek voor de kerk nieuw was. Zijn foto’s van toen bevestigden dit. We liepen eerst wat rond in het vroegere kerkhof, dat zich rond de kerk uitstrekt. Er staan nog welgeteld drie graven.
Daarna wandelden we via een holle weg de weiden en boomgaarden in. Hier en daar stond al een kerselaar in volle bloei. We werden een poosje nagezeten door blaffende honden, die achter ons aan kwamen gelopen vanuit een van de laatste huizen van het dorp. Ik denk dat die beesten weinig wandelaars zien! Gelukkig waren het maar kleine ‘keffertjes’!
Na een poosje stonden we voor een prikkeldraad: de weg liep niet verder. Omdat ik geen zin had om al rechtsomkeer te maken, vroeg ik aan Roger of hij geen manier vond om er toch door te geraken. Ja hoor, hij kon de prikkeldraad aan een van de uiteinden losmaken. We wandelden een vreselijk drassige beemd in, waar we echt door de modder zakten. Maar wat groeiden daar mooie sleutelbloemen!
Aan het einde van de beemd beklommen we een heuveltje en kwamen we in een gewone wei terecht. Die volgden we tot aan een landweg. Dan liepen we weer richting Haren. Ik heb echt geluk dat Roger een uitstekend oriëntatievermogen heeft!
De weg (waarop we eindelijk een paar levende wezens ontmoetten, op de fiets) klom tot aan de top van een heuveltje. Daarna liepen we weer door een holle weg die vrij steil afdaalde tot in het dorp. Ik hou van holle wegen, en deze was adembenemend mooi! Toen we bijna het dorp bereikten, zagen we links van de weg een enorm park (dachten we).
In feite was het een nogal pronkerige, weliswaar heel grote tuin, met een vijver én een kleine bungalow. Op de poort hing een plaatje: ‘Privaat’! Ik bedacht dat de eigenaar het wel niet zo leuk zou vinden als hij wist dat hij zijn eigendom als een ‘toilet’ bestempeld had.
We hebben tijdens onze wandelingen al ettelijke keren schoenen gevonden. Echt! Meestal betrof het een stuk. Roger vroeg de eerste keer lachend: ‘Hier, moet je geen schoen hebben?’ waarop ik antwoordde: ‘Met één enkele schoen kan ik niets doen, want ik heb nog altijd twee voeten!’. De volgende keer dat we een exemplaar ontmoetten, zei hij: ‘Hier heb je de andere! Meenemen?’
En dat is al zeker een vijftal keren gebeurd. Maar nu hoorde ik Roger (die een beetje voor mij liep) roepen: ‘Hier heb je echt een paar schoenen!’
En inderdaad, daar lag een paar wandelschoenen.
Hoe komen al die schoenen terecht in de natuur??? Als ik al een schoen zou verliezen, ik zou die toch niet achterlaten!!!
En uiteindelijk kwamen we weer in het dorp aan en wandelden naar de kerk waar onze auto op ons wachtte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten