Jan Gerits vertelde ons gisteren dat deze nazomer de “Sint-Michielszomer” wordt genoemd, en vandaag zocht ik dat even op het Internet. Jan bleek gelijk te hebben.
En de Sint-Michielszomer blijft maar duren. Vandaag bereikten we 28°C in de schaduw.
We gingen deze middag het vroeger klooster van de Birgittijnen bezoeken in Borgloon, dat vandaag zijn deuren openzette. We waren slechts met vier bezoekers en kregen een interessante rondleiding op het binnenplein, in de tuin, in de kloostergang, de twee kapellen, de refter, de keuken en de salon.
En ook de geschiedenis van het klooster werd ons uit de doeken gedaan, maar nogmaals, ik heb geen auditief geheugen. Wat mij wel is opgevallen, is dat op een zeker ogenblik daar verschillende families leefden. Nu herbergt het (als ik goed onthouden heb) 9 zusters van liefde. Dezelfde orde dus als waar zuster Godwine – die deze avond nog lang met mij gebeld heeft - toe behoort.
Daarna wilde ik nog eens wandelen in de buurt van een molen in Wellen, waar ik me zelfs de naam niet van herinnerde. Heel lang geleden hadden we daar een familiereünie gehad. Roger wist meteen wat ik bedoelde en bracht ons er zonder aarzelen naartoe (hoewel we dus zelfs de straatnaam niet kenden). Het bleek de Graethmolen te zijn.
We liepen door een weide, daarna door een bosje, en uiteindelijk door een beemd terug naar een pad dat ons weer naar de molen voerde.
Onder weg ontmoetten we enkele koeien die in een niet afgesloten weide stonden te grazen. De beesten hadden het zo druk met eten dat ze ons zelfs niet opmerkten.
En we zagen weer van die reuze bovisten.
Foto Roger, en naast de bovist, mijn wandelstok
Echt, waren er niet al die knisperende bladeren, die paddenstoelen en rozebottels, je waande je in de zomer. We hadden dan ook grote dorst toen we weer bij de auto kwamen. Eerst wilden we iets gaan drinken in een café vlak bij de kapel van Helshoven, maar daar leek het ons te druk en we zijn naar de taverne Ri Coëme gegaan (ik vind het daar zo rustig zitten). Nu zaten er wel enkele mensen op het terras en met twee van hen, en de uitbater, geraakten we in gesprek. Er zou in Heers gisteren avond, terwijl wij nog in Peer waren, een ernstig ongeluk gebeurd zijn en van een motorrijder zou het ene been en de voet van het andere been ter plaatse geamputeerd zijn geweest.
En toen kwamen daar nog een stel buren van ons aan. Zij vertelde me dat ze hop had “gestolen” uit onze heg, voor een bloemstuk. Dat noem ik niet stelen: mensen mogen alles gebruiken wat ze willen aan de buitenkant van onze haag. Als ze de planten maar niet kapot maken!
Deze avond belde ik nog even met Nany, mijn moeder, en na het avondeten kreeg ik een telefoontje van zuster Godwine.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten