Ik was klaar met het schoonmaakwerk dat vandaag op mijn programma stond en er was geen enkele vertaling binnengekomen. Roger zou de auto naar de garage in Hasselt brengen (het bestelde vervangstuk wordt morgen gemonteerd) en ik besloot mee te gaan.
In de buurt van de garage, tegenover een immens gebouw waarvan ik me al elke keer afvraag wat het is, wachtten we op de bus naar het centrum van de stad.
In het bushokje herkende ik een jonge man die we er vorige keer ook hadden ontmoet… en verborgen onder een slaapzak, op een oude deken, lag een andere jonge man te slapen. We geraakten in gesprek.
Ze waren buitengezet uit het opvangcentrum (dat grote gebouw dat mij altijd intrigeerde en waarvan ik vermoed, na mijn opzoekingen deze avond, dat het een opvangcentrum is voor drugsverslaafden). De wakkere jonge man vertelde ons zijn verhaal: zijn zwangere partner zat in dat gebouw en daarom bleef hij in de buurt in plaats van een ander opvangcentrum op te zoeken. Zelf was hij niet meer welkom in het gebouw tegenover het bushokje omdat hij ruzie had gemaakt in het centrum (‘Enkel ruzie, niet gevochten’). De slapende man werd even wakker, vertelde ons dat hij de broer was van de wakkere man en dat hij wel in dat centrum mocht slapen maar dat niet meer wilde zolang zijn broer op straat moest leven. Ze vertelden ons ook dat ze naar Het Belang van Limburg waren gegaan met hun verhaal en dat ze hoopten dat er morgen iets zou over staan in de krant. Ik zal het zelf ook in de gaten houden.
Ik merkte wel dat de steeds toenemende wachtrij vol minachting keek naar de twee jongelui, ik echter (en ik denk Roger ook, evenals een jong meisje dat zich eerst wat afzijdig hield maar zich al gauw in het gesprek mengde) had echt te doen met die mannen. Voor hun plezier is het zeker niet dat ze daar in de kou liggen!
De bus kwam maar niet: we hebben zeker een half uur staan praten! Toen daarna de bus eindelijk arriveerde, legde de chauffeur uit dat de vorige bus een panne had opgelopen. Dat werd dus een rit in een meer dan overvolle bus. Gelukkig was de bestuurder heel vriendelijk, excuseerde hij zich geregeld voor het ongemak en deed hij het dakraam open “om ons wat meer zuurstof te geven”!
Roger en ik liepen een goed uur rond in Hasselt. Het was er even druk als altijd en toch moet ik toegeven dat ik stilaan van die stad begin te houden. Het kan niet anders of we keken af en toe naar etalages en ik schrok wel van de prijs van sommige kledingstukken. Wat ben ik soms toch wereldvreemd!
Na iets langer dan een uur rondlopen, stelde Roger voor iets te gaan drinken op een van de verwarmde terrassen van de Grote Markt.
Naast ons installeerden zich al gauw twee oudere vrouwen (afijn, ik schatte dat de ene ongeveer van mijn leeftijd was en de andere iets ouder). Ze bestelden onder andere een enorm stuk taart (Roger lachte naar mij en fluisterde: ‘de effecten van hun keuze zijn al aan hen te zien’ – inderdaad, ze waren meer dan mollig). Maar ik vond ze zo schattig zoals ze daar zaten te vertellen, te lachen en te giechelen als bakvissen! Als ik had gedurfd, ik had een foto van hen gemaakt!
Rond 18 uur besloten wij rustig naar de bushalte te wandelen, waar we om 18:35 uur de bus naar huis namen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten