Ik zit dit te schrijven in de schaduw van een wilde kastanje waarin tientallen mussen tjilpen.
We reden vandaag naar Burgos omdat daar de temperatuur meestal draaglijker is. Soms zelfs heel fris 's avonds, maar daarvoor hebben we onze leeftent. Helaas, het bleek hier ook al boven de 30°C te zijn (om 18 uur nog 34°C). Hoeveel het nu is, iets voor 22 uur, weet ik niet, alleszins een stuk draaglijker.
De camping zit stampvol en dat is niet zo leuk. Er is veel beweging, er zijn veel spelende kinderen, wat ik dan weer wel leuk vind.
Het was wel een mooie reis, met heel afwisselende landschappen. We zijn vertrokken langs de Hoya de Huesca. Een immense kale vlakte met geoogste akkers en dor gras, omzoomd door grijze en roosachtige heuvels. We reden door Ayerbe dat we vorig jaar bezochten, klommen de heuvels in en zagen eventjes later de loodrechte rotsformaties van de Mallos de Riglos (ik denk dat het twee jaar geleden is dat we die bezocht hebben). Toen we weer in het dal waren, volgden we een poosje de bedding van de Rio Gallego. Nog steeds doemden er verticale 'mallos' op, echter minder indrukwekkend dan die van Riglos. Stilaan kregen de bergen meer vegetatie, de rotsen kregen een rode schijn, een enorm grote embalse schitterde in de zon.
Op de Sancta Barbarapas (858 meter hoog) vlogen verschillende gieren door de lucht. Aan de andere kant van de berg ontwaarden we dan weer een ongelooflijk uitgestrekte vlakte. Een echt lappendeken van oker, allerlei groene tinten en hier en daar de blauwe toets van voor mij onbekende bloemen. Weer klommen we tot aan een andere hoogvlakte, midden in dewelke een heuvel oprees, en bovenop die heuvel, een kerk, omringd door witte huizen. Dat was het dorp Berdin. Echt prachtig.
Daarna kregen we even een echt maanlandschap, zoals je er meer ziet in Aragon. En toch verlieten we de streek iets later voor Navarra, nadat we gedurende meer dan 10 kilometer een embalse hadden gevolgd. Ondertussen hadden we nog een verlaten dorp gezien boven op een heuvel, en een zeer raar alleenstaand huis, vol uitsteeksels, en even verlaten. In de embalse (stuwmeer) werd gezwommen en geroeid.
We picknickten onder dennenbomen waarin de krekels een hels lawaai maakten.
Weer een immense vlakte omringd door bergen die we inreden, puertos (zoals de pas van Perdon, La Padraja op 1500 meter), hoogvlaktes en maanlandschappen.
Vlak voor we La Rioja binnenreden, begonnen al de wijngaarden. En na Logrono zagen we onze eerste stier (nu zonder reclame) bovenop een heuvel. Weer gieren en andere roofvogels, wijngaarden, akkers, dor gras.
Kort nadat we Castilla y Leon waren binnengereden, hielden we even halt in Redecilla del Camino (zijnde de camino naar Santiago de Compostella). Een heel klein dorp, maar met een heel mooie Romaanse kerk. Verschillende vergulde retabels, een houten vloer die kraakte, een eeuwenoude ingangsdeur, enkele heel naïeve beelden, maar ook een Romaanse sedes sapientiae.
Een pleintje met een fonteintje (drinkbaar water), waar we even rustten op een bank onder een treurwilg. Een koppel pelgrims lag te dutten op een bank en er kwamen nog andere pelgrims voorbij, waaronder twee Japanse meisjes. De eeuwenoude huizen hadden zeer lage deuren die horizontaal in twee apart opengaande panelen waren verdeeld.
Er waren natuurlijk de alomtegenwoordige mussen en zwaluwen, maar ik denk dat ik ook een kwikstaartje heb gezien.
Een kleine twintig minuten nadat we uit Redecilla waren vertrokken, kwamen we in Burgos aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten