vrijdag 20 april 2012

“I’ll see you someday in fiddler's Green”: denken aan vroeger en later

Door de drukte van ons leven (en eigenlijk leven we nog veel minder druk dan de meeste mensen- ik vraag me trouwens af waarom we het allemaal zo druk hebben?), kreeg ik te weinig tijd om te rouwen voor alle overleden vrienden. Het zijn er zoveel, te veel, geweest de laatste tijd!

Maar tussendoor blijf ik wel aan hen denken, altijd en overal, zoals bijvoorbeeld vandaag tijdens de wandeling. En haal ik soms voor mezelf herinneringen op, niet alleen uit mijn geheugen, maar ook vanop het Internet (wat een zalige uitvinding is dat toch!).

Ik weet dat ik daar bijvoorbeeld nooit iets zal vinden over Anny! Zij had zelfs geen PC! Maar over onze vriend Barney vind je wel veel!

Zullen we elkaar ooit weer ontmoeten in het paradijs dat je beschrijft in de laatste song, Barney? Ik hoop het!

 

Ik heb heel mijn leven geleerd mensen los te laten… maar weten dat je ze nooit meer op deze aardbol zult ontmoeten doet ontzettend veel pijn.

Ik geloof niet wat Hendrik denkt: dat we in het niet (“néant” in het Frans) verdwijnen na onze dood (en dus dat al die vrienden niet meer “zijn”). Maar geloof ik dat echt niet, of wil ik het niet geloven omdat de gedachte te pijnlijk is voor een denkend en van zichzelf bewust wezen?

2 opmerkingen:

  1. Hou je vast aan je overtuiging: het lichaam (het stoffelijke) verdwijnt inderdaad maar hetgeen een mens tot mens maakt (de ziel?) dat verdwijnt nooit. Deze gaat terug naar de oorsprong (God?)om dan in een mens (reincarnatie?) terug te kekren.

    BeantwoordenVerwijderen