Gisteren hielp ik Anneke koken voor onze Paasbijeenkomst van ‘s avonds. Zijzelf (met de hulp van Hendrik, vermoed ik) had al de hele flat onder handen genomen, de tafel gedekt en natuurlijk voor alle inkopen gezorgd.
Rond 17:30 uur kwamen de anderen eraan, zijnde Elena met haar ouders en nonkel Zeger, en Nany die Roger en Hendrik even waren gaan ophalen terwijl Anneke en ik aan de kookpotten stonden.
Het werd een prachtige avond: lekker gegeten en gedronken, gezellig gepraat; zolang het niet regende genoten – met een sigaretje – van het zicht op de kathedraal en wat ik noem “de daken van Antwerpen” vanop het dakterras. Genoten van een merel die op het muurtje tussen dat terras en dat van de buren de kerkklokken probeerde na te fluiten. Van de katten Poezel en Minkel, en van Elena die ze voorzichtig, o zo voorzichtig, wilde aaien. Van Elena die de geverfde hardgekookte eieren zo mooi vond dat ze ons haar nieuw talent toonde (namelijk zelfstandig rondlopen) met een exemplaar in elke hand, en die hebbedingetjes absoluut niet wilde loslaten! Zelfs niet om andere eitjes te “rapen”! En die begon te wenen toen we bij het aan tafel gaan de overige eitjes wegnamen om in de koelkast te leggen.
Elena werd door haar ouders weer naar huis gebracht rond een uur of 24. Zeger, Nany en wij bleven slapen. En het werd dus nog een vrolijke nacht, want dat “slapen gaan” gebeurde tegen de ochtend (met uitzondering van Nany die toch op een “deftiger” uur naar bed trok), na nog luisteren naar prachtige songs – Hendrik had zelfs Brassens voor mij voorzien!
Heel laat op de avond had ik nog een mail aangekregen van Ria Voet: over de begrafenis van Barney vandaag, in Dublin. Maar daar konden Roger en ik dus niet naartoe! Ik heb wel aan hem gedacht deze ochtend op het terras, vlak voor onze lekkere en uitgebreide brunch.
Daarna zijn we niet lang meer blijven hangen. Ik had gisteren pas een lange en zoals altijd heel dringende vertaling aangekregen, en daar wilde ik deze avond nog zeker drie uur aan werken. En we moesten nog naar het “Schoonselhof” (de Antwerpse begraafplaats), Nany naar Schoten brengen, en Zeger naar Leuven.
Dus namen we afscheid van Anneke en Hendrik. Maar… Ik werd bij het afdalen van de steile trap vanop die derde verdieping weer overvallen door heel erge hoogtevrees! Hendrik heeft me moeten naar beneden helpen, en daar aangekomen stond ik te beven en te zweten, met een kurkdroge mond!
Daarna reden we naar het Schoonselhof. Roger wilde daar immers het graf vinden van een voorvader van zijn Amerikaanse verre nicht Joyce. Dat werd, met Nany en Zeger, een hele zoektocht onder een druilerige regen op die immense begraafplaats! Maar Roger en Zeger hebben het graf gevonden! En ik vermoed dat terwijl ik deze avond toch nog een drietal uurtjes aan het vertalen was, Roger de foto’s heeft doorgemaild naar Joyce.
Daarna brachten we Nany naar huis (ze kon niet mee naar hier komen, want ze verwacht morgen werklui die zullen zorgen dat ze digitale televisie heeft) en Zeger naar zijn studio.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten