Wat ik dacht dat zou uitlopen op wat men ‘dotteren’ noemt in de volksmond heeft voor Roger een heuse overbrugging tot gevolg gehad. Het nieuws kwam hard aan, zowel voor hem als voor mij. Meteen werden er voorbereidingen getroffen, want de operatie zou al de volgende dag plaatsvinden (zijnde gisteren).
We waren die dag om 5:30 uur thuis vertrokken en kwamen, omwille van de felle sneeuw, de drukte en de beperkte zichtbaarheid pas om 7:00 uur aan in Gasthuisberg in Leuven. Daar hebben we nog tot 10:30 moeten wachten om de katheterisatie. Roger viel geregeld in slaap, ik zat al die tijd te knikkebollen om mijn ongemakkelijke stoel. Terwijl het onderzoek plaatsvond, ging ik even een sigaret roken. Ongelooflijk hoeveel verpleegkundigen je onder het afdakje – dat met een pompeuze naam ‘Rokerszone’ wordt genoemd – ontmoette. Ze vertelden me dat ze als rokers steeds minder ruimte kregen. Eerst hadden ze nog een zaaltje ter hunner beschikking, daarna mochten ze overal buiten het ziekenhuis, inclusief in de ‘glazen toegangscorridor’ , hun sigaret opsteken; en nu moesten – net zoals de patiënten en de bezoekers – naar dat afdakje waar de wind en de sneeuw vrij spel had. Niettemin werd dit plekje voor mij weer de plaats waar ik de meeste contacten zou leggen en waar het meest gelachen werd ondanks alle miserie die je ook daar soms zag.
Terwijl later Roger een voorbereidend onderzoek voor de operatie onderging, kwamen zijn oudste zus en schoonbroer binnen. Ik liet een briefje achter en samen gingenwe iets drinken in de cafetaria. Waar ik mijn Palm zelfs niet op kreeg: Roger belde al gauw om mijn mobieltje: hij was terug op de kamer.
Tegen de avond kwamen Elvira en Geert mij halen: ik mocht bij hen logeren, maar zou ze eerst vergezellen naar een kaas- en wijnavond in de school van ons meisje. Het sneeuwde nog harder dan ‘s ochtends, er werd niet gestrooid en de wegen begonnen er weer glad bij te liggen.
De kaas was lekker, de wijn iets minder, de sfeer leek heel goed, maar in feite was ik er niet helemaal bij met mijn gedachten… Een paar keer ben ik een sigaret gaan roken, buiten de schoolzaal natuurlijk (wij rokers worden altijd naar buiten gedreven) en daar babbelde ik weer met enkele collegae van Elvira, onder andere met de man die haar zal vervangen als ze op bevallingsverlof gaat. De sneeuw bleef vallen, het landschap werd steeds mooier, maar mijn angst om straks naar ‘huis’ te rijden, werd ook steeds groter. En blijkbaar niet zonder reden: het werd een slip- en schuifchaos op de weg. Maar ik was echt blij verrast door de rijvaardigheid van Geert!
Na nog een kopje thee ben ik maar naar mijn kamer getrokken. Waar het lang duurde voor ik in slaap viel. Ondanks het comfort, want geslapen heb ik als een roos, hoewel niet lang: ik wilde nog even Roger opbellen voor hij naar het operatiekwartier zou weggereden worden en had dus mijn innerlijke wekker op 7 uur gezet.
Ik kreeg Roger nog aan de lijn, hij vertelde me over de toestand van de wegen (voor één keer had hij wel en ik nog niet naar de radio geluisterd) en mij op het hart drukte dat Elvira en Geert zeker niet naar mijn broertje mochten gaan voor het Kerstfeest: het was te gevaarlijk op de weg. Ikzelf was van plan om de trein naar Hasselt te nemen en van daar de bus naar thuis, om daar enkele zaken te regelen.
Helaas, toen ik opstond, bevestigden Geert en Elvira me wat Roger pas had gezegd. De sneeuw lag hier wel 30 cm hoog, er reden geen bussen, en op de weg was het een complete chaos. Meteen maakte ik me weer zorgen: hoe moest ik wel bij Roger geraken? Naar huis gaan zat er al helemaal niet in!
Geert had echter een vrije dag genomen, en na het ontbijt bracht hij me naar het ziekenhuis. Waar we met veel moeite geraakten. Roger was al weggereden, ik haalde een tas met zijn zijn spullen op (want de afdeling waar hij had gelegen tijdens de onderzoeken sloot zijn deuren vanaf 13 uur). Met mijn eigen rugzak en die tas dwaalde ik enkele uren rond in en buiten het ziekenhuis. Rookte af en toe een sigaret onder het afdak waar de sneeuw werd onder gejaagd, praatte met enkele verpleegkundigen, hoorde de wildste verhalen over hoe ze op hun werk waren geraakt, over parkeerperikelen, over afgelaste kerstfeestjes.
Iets over 13 uur begon ik te bellen naar de afdeling Intensieve zorgen, waar ze mij meer zouden kunnen vertellen over Roger zijn toestand. Ik kreeg echter geen gehoor. En op dat ogenblik werd ik aangesproken door Rita Dauw, een vriendin van Elvira en Hendrik. Ze is ‘vliegende secretaresse’ in het ziekenhuis en moest werken dit Kerstweek-end. Ze bracht me naar de ‘Intensieve zorgen’. Roger bleek er nog niet te liggen, maar ik mocht er een half uurtje wachten. Ik belde Elvira op: zij en Geert zouden me daar komen ophalen. Ondertussen hadden ze wat boodschappen gedaan: het zag er inderdaad naar uit dat ze niet naar mijn broer zouden kunnen ‘s avonds en ik zou al zeker niet in Limburg geraken. We zouden ‘s avonds dus samen ‘thuis’ iets een beetje feestelijks eten.
Iets meer dan een half uurtje later – ELvira en Geert waren pas aangekomen – mochten we naar Roger. Die daar niets zal van geweten hebben: hij was nog niet ontwaakt.
Elvira en Geert hadden me gezegd dat de wegen ondertussen iets meer berijdbaar waren en dat ze dachten toch naar het Kerstfeest te kunnen gaan. Ik moest dan natuurlijk mee. Langs een kant vond ik het wel een leuk idee, langs de andere kant: ik had aan Roger nog vlak voor zijn operatie beloofd dat ik er alles zou aan doen opdat Elvira en Geert zeker dat risico niet zouden nemen. Maar Geert vond dat het gevaar echt geweken was.
Zeger kwam van Leuven per fiets naar hier (want ik schrijf dit bij ons meisje en Geert) en was doodmoe toen hij aankwam, want in en rond Leuven blijft de sneeuw opgestapeld.
En we waagden het erop.
Lekker eten, gezellige sfeer, leuke cadeautjes, maar nogmaals, ik mis de laatste tijd de vroegere kerstsfeer, met nachtmis, kerstliedjes, en glühwein. En, ging ik schrijven, ‘sneeuw’, maar die was dus wel van de partij.
Ik kreeg een Smartphone van de kinderen! Ik droomde daar al zo lang van… Ik heb hem deze nacht opgeladen, maar nu is de vraag: hoe zal ik die leren gebruiken zonder ‘leraar’? Hendrik is immers door Geert en Elvira terug naar Antwerpen gebracht, Zeger is terug naar Leuven gefietst, en Elvira moet straks met Geert naar zijn ouders.
En ik… Ik heb zopas naar het ziekenhuis gebeld: Roger was stilaan wakker aan het worden. Ik mag pas na de middag even bij hem. En daarna hoop ik de trein en de bus naar huis te kunnen nemen.
Maar eerst kijk ik uit naar straks, als ik eindelijk weer een woordje kan wisselen met Roger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten