Hoewel we pas rond 2 uur deze nacht bij Elvira en Geert thuis waren, ben ik deze ochtend al om 8 uur opgestaan. Ik belde meteen naar de dienst ‘Intensieve zorgen’ van het ziekenhuis, waar men mij vertelde dat Roger wakker was.
En na het ontbijt brachten ons meisje en Geert me weer naar Roger. Zij gingen naar een Kerstfeest bij zijn familie en ik zou na mijn bezoek aan Roger even terug naar Veulen gaan, om sommige zaken te regelen, de post op te halen, de schapen eten te geven enzovoort.
Elvira en Geert waren een beetje bang dat ik niet hier zou geraken (maar ja, ik ben er!), en gaven me dus een exemplaar van hun sleutel, en legden me uit waar ik eventueel uit de bus moest stappen als ik toch in de buurt van Leuven zou besluiten te blijven. Heel erg bedankt voor die attentie, ‘kindjes’!
Ik mocht echter pas om 14 uur bij Roger: nog héél lang wachten! Ik vind één nacht, één maaltijd zonder hem al zo erg, laat staan enkele dagen én een Kerstfeest! Maar ik kon de tijd vullen: ik heb de handleiding van mijn nieuwe Smartphone, die ondertussen bij Elvira en Geert aan het opladen was, bestudeerd. Wat een mogelijkheden!
Daarna (na uiteraard nog een sigaret en een babbeltje met rokende verpleegkundigen) heb ik iets gegeten in de kantine. Had ik gisteren toch te veel gegeten, of lag het weer aan het in m’n eentje eten? Ik kreeg mijn kleine koude schotel met zalm en rauwkost zelfs niet op. Voor alle zekerheid heb ik dus nog maar een drietal sandwiches met kaas en sla gekocht voor onderweg.
En dan mocht ik eindelijk naar Roger. Die sliep. Ik was even in paniek, want ik heb veel gelezen over operaties enzovoort en ik wist dat als er iets loos is, men soms een patiënt weer in slaap wiegt met drugsspuiten. Maar toen de verpleegster mij zei: ‘Je mag hem wakker maken, hoor!’, was ik gerustgesteld. Het bleek dus te gaan om het typisch sluimeren na het ontwaken uit een narcose!
We praatten een beetje, dat wil zeggen, ik praatte veel en voor één keer vond Roger dat niet erg! Integendeel, hij luisterde aandachtig, tot hij ineens weer insluimerde. Toch leek hij te volgen, want hij schoot weer wakker om me te zeggen dat hij iets dat ik deze avond thuis nog wilde doen geen goed idee vond; en toen ik hem vertelde dat we gisteren toch naar mijn broertje waren gegaan, leek hij eerst even geschrokken. Maar ik legde hem uit dat het echt te doen was op de weg (en dat was het: het moeilijkste stuk was weer de ‘berg’ opklimmen waarboven op Elvira en Geert wonen). En ik vertelde hem ook dat ik het geschenk dat hij van mijn zus had gekregen bij mijn broertje had gelaten (veel te groot om eerst naar het ziekenhuis te brengen, daarna naar Geert en Elvira, en daarna naar hier) en hij lachte fijntjes toen ik ook verklapte wat het was: voorziet hij eindelijk weer toffe avonden op ons terras?
Na een half uurtje moest ik afscheid nemen (normaal gezien mag je daar maar 15 minuten op bezoek), en de verpleegster zei me dat Roger morgen zeer waarschijnlijk op zijn eigen kamer zou liggen.
En dan begon mijn avontuur. Het is erg, maar het is enkel als ik alleen ‘reis’ dat ik de kans heb om nog eens het openbaar vervoer te gebruiken. Ik zeg ‘erg’, want ik hou van trein- en busreizen, en ik kan dat alleen doen als Roger niet bij mij is. Hij houdt daar niet van!
Ik wist dat het een veel langere reis zou worden dan met de auto, maar dat had ik er voor over (vandaar ook die sandwiches).
Ik ging eerst naar de halte van de autobussen. Ik was blij dat ik, zoals meestal, mijn wandelstokken bijhad: hier en daar lag de sneeuw ontzettend hoog, en op andere plekken was het echt glad. Aan de halte geraakte ik in een gesprek met een vader die samen met zijn twee kinderen zijn vrouw was komen bezoeken. Gisteren durfde hij niet te komen, zei hij: hij had het één keer meegemaakt dat hij uitschoof met een voertuig, en dan nog wel een vrachtwagen; met weken ziekenhuis als gevolg.
Maar nu reden onder andere de bussen weer en weldra stapte ik op zo’n bus. Op de Capucienenvoer (Roger en ik hebben daar ooit allebei gewoond in hetzelfde huis toen we nog ‘geen koppel’ waren: herinneringen!) stond er een auto midden op straat. Daar gestrand waarschijnlijk want Geert had inderdaad gelijk als hij gisteren aan Zeger vroeg om op de fiets naar hen te komen: ik heb zelden zo gladde en besneeuwde wegen gezien in Leuven! De bevallige bestuurster van de bus riep naar de passagiers: ‘Zijn er stoere mannen hier, die de auto kunnen opzij duwen? Anders geraak ik hier niet door!’
En ja, drie ‘stoere’ mannen hebben die auto half opgeheven, half opzij geduwd. Tot we verder konden rijden. Maar daardoor verloren we toch enkele minuten… En ik miste mijn trein van 15:05 uur.
Ik moest dus een uur wachten! ‘Naar het buffet dan maar,’ dacht ik, ‘want ik heb een beetje honger en dorst!’. Maar dat buffet bleek gesloten! Tja, toen herinnerde ik me dat het vandaag Kerstmis is!
Het station van Leuven is helemaal gerenoveerd en ik had het nog niet gezien in zijn huidige staat, dus liep ik wat rond. Maar wat was het koud! En glad, zelfs op sommige perrons!
Maar nogmaals, ik had mijn wandelstokken bij, én sinds kort besef ik dat ik die beter altijd bij moet hebben; niet enkel als ik wil ‘sporten’ (‘Nordic-walking’ en ‘dansen’ zijn de enige ‘sporten’ die ik met plezier beoefen), want ze helpen me ook te ploeteren door de sneeuw - zoals gisteren, tijdens een korte wandeling vanuit Elvira en Geert hun huis, nog voor we naar mijn broer vertrokken - door de modder, ze houden me recht op gladde oppervlakken, ze dienen als steun als ik te lang moet rechtstaan, enzovoort).
Uiteindelijk kwam de trein aan. Juist op tijd, want mijn handen waren zowat bevroren: ik had ondertussen sms-jes van de ‘kinderen’ moeten beantwoorden!
Ik weet dat Roger en ik ooit op een dubbeldekker hebben gezeten, maar eigenaardig genoeg kan ik me niet herinneren wanneer. Maar vandaag zat ik daar dus weer op, én nog wel op de ‘etage’! Wat een pracht van een landschappen zagen we onder weg! Ik vond het rond Leuven – ondanks de miserie voor mensen die bijvoorbeeld naar het ziekenhuis moesten – al zo mooi. Maar meer naar het Oosten leek de sneeuw hier en daar nog dikker te liggen!
Ik ben een paar keer ingesluimerd (heb weinig geslapen de laatste dagen) maar ik heb ook weer mijn ‘hobby’ (volgens Elvira toch) beoefend: mensen geobserveerd en beluisterd. Ik doe dat inderdaad heel graag en heel intens, maar nooit met de bedoeling om daarna ‘geheimen’ of zo verder te vertellen. Het is gewoon een ‘oefening’: ik beeld me bij die mensen allerlei zaken, psychologische toestanden, verhaallijnen in die ik ooit in een roman zou kunnen gebruiken.
Ik had in Leuven de trein van 16:05 genomen en kwam in Hasselt aan om 17 uur. Onderweg, in Sint-Truiden, heb ik nog getwijfeld of ik niet zou uitstappen. Daar zijn de bussen normaal goed afgestemd op de aankomsturen van de treinen. Maar ik wist dat, als ik de bus van Sint-Truiden naar hier nam, ik nog een goede twintig minuten moest stappen. Oké, met mijn wandelstokken, maar ook met een loodzware rugzak. En tegen een snerpende wind in. Dus reed ik voort naar Hasselt, vanwaar de bus op een honderdtal meters van ons huis stopt.
Had ik dat maar niet gedaan! In Hasselt moest ik weer één uur wachten op de bus! Buffet gezocht (onderweg had ik al mijn sandwiches opgegeten), want ik had dorst!!! Buffet weer gesloten. Dan een beetje rondgewandeld op dat Stationsplein. Nergens meer een café open. Een donker plein(en spekglad), echt niet aantrekkelijk…
Het lijkt wel of ik geen enkele affiniteit heb met Hasselt!
Onderweg met de trein kon ik ook in Borgworm afstappen. Ik heb er even aan gedacht, maar van daar tot hier lopen vraagt zeker 2 uur!
Maar om 18 uur kwam de bus die ik moest hebben dan toch aan. En om 19 uur stipt was ik thuis. En dorstig dat ik was! Dat vond ik nog erger dan de kou die ik heb geleden! Ik heb na elkaar verschillende glazen sojamelk gedronken (en misschien komt het daardoor dat ik daarna geen honger meer had?)
Op onze ‘stoep’ en ons binnenplein lag de sneeuw op sommige plekken tot 50 cm hoog! Ik wilde eerst de schapen voeden, maar heb dat toch maar naar morgen verdaagd: stel je voor dat ik uitschuif op al die gladheid, en verkeerd val? Hoe komt Roger dat dan te weten? En wie vindt mij dan trouwens?
Dus heb ik eerst maar alle andere taken uitgevoerd die ik me had voorgenomen.
Maar om 20 uur kon ik het niet meer houden: ik heb gebeld naar het ziekenhuis… Waar ze me Roger aan de lijn gaven!!!
O, zijn stem was nog héél zwak… Maar ‘hij was er even’!
En, terwijl ik dit schreef, werd ik zeker drie keer pijnlijk herinnerd aan zijn afwezigheid. Ik denk dat Roger de enige man is (die ik ooit ontmoet heb) die begrijpt wanneer, waarom en hoe ik schrijf. En normaal zit hij dan tegenover mij aan zijn PC. En kan ik, bijvoorbeeld als ik iets wil ‘posten’, zijn mening vragen. Wel, dat heb ik deze avond zeker drie keer gedaan, om me dan te herinneren dat Roger niet tegenover mij zit, en dat ik straks alleen in dat grote bed lig… En dat (vertelde mijn moeder aan telefoon) dat het morgen misschien niet zo gemakkelijk reizen zal zijn!
Maar ik moet morgen echt naar Leuven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten