33 jaar geleden lag ik in de kraamafdeling van Middelheim (ziekenhuis in het Antwerpse). Zeger werd daar immers geboren (proficiat met jouw verjaardag, jongen!).
Ik verbleef er nog met Kerstmis en miste wel de gezelligheid van het kerstfeest (maar in het ziekenhuis kregen we ook een soort feestje en er stond een kerstboom met als versieringen al de geboortekaartjes van de in de loop van de vorige week geboren baby’s: ik heb er geen slechte herinneringen aan, integendeel).
Alleen stond er geen kerststal. En steeds vaker valt mij op dat het Bijbelse gehalte van het kerstfeest achterwege blijft.
Oké, ik weet het, de kerk(en) hebben veel kwaad op hun geweten (dat viel me deze avond nog eens op tijdens mijn uurtje lectuur in “Pas pleurer” van Salvayre, dat voornamelijk gaat over de Spaanse burgeroorlog).
En toch mis ik de laatste tijd een echte kerstsfeer. Zoals vroeger, in Matadi bijvoorbeeld, toen wij kinderen tegen middernacht uit ons bed werden gehaald voor de nachtmis en daarna een toneelstukje rond het kerstverhaal mochten opvoeren op het pleintje voor de kerk, en uiteindelijk, vlak voor we weer naar bed moesten, mochten proeven van Glühwein.
Gisteren vertelde Elena me: ‘Binnenkort is het kerstmis hé, oma! Dan mag ik “kindje Jezus” in de kribbe leggen en krijgen we weer cadeautjes!’
Daar komt het dus op neer in onze tijd!
Maar deze avond, na een zware werkdag (onder andere vertalingen, maar daar vertel ik straks over) vond ik dit. Een kerstverhaal (of eerder “relaas”) vol symboliek en toch zo eenvoudig verteld dat ik wilde dat ik dat kon navertellen aan onze kleinkinderen!
Als je zin hebt, geniet ervan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten