Het was heel koud vandaag: ik vroeg me af welke wandeling ik kon verzinnen om Roger voldoende beweging te geven. Omdat we na de middag iets moesten afhalen in een winkel op de weg naar Tongeren stelde ik voor verder naar Tongeren te rijden en daar wat rond te lopen. De stad staat ons wel niet echt aan (wat hebben wij toch tegen Limburgse steden? Ik zeg namelijk al vaak hetzelfde over Hasselt, en dat terwijl we de dorpen hier zo aangenaam vinden), dus, en ook omdat het zo koud was, liepen we het grootste deel van de tijd rond in het Culturele Centrum (De Velinx – geen idee vanwaar die benaming komt). Daar liep een interessante tentoonstelling: Tongeren, een kleine stad in een grote oorlog. Terwijl we alles bekeken, bedacht ik dat we dringend moeten beginnen die dossiers uit te pluizen!
In het naar huis rijden, kregen we een Bob-controle, politiecontrole dus. We hadden niets gedronken, dus er was geen probleem… Alleen vind ik heel dat Bob-gedoe zo neerbuigend! Omdat we met alles in orde waren, kregen we een “Bobsleutelhanger”, stel je voor! We worden behandeld als peuters!
Net toen ik thuis de poort opendeed, sprak Marie-Claire mij aan (ik had haar niet zien aankomen: het is winter en al heel vroeg donker! Jawel, Elena, ik denk dat het winter is, al vind jij dat grappig omdat het niet sneeuwt en jouw juf zegt dat het nog herfst is! )
Marie-Claire had pas een doodsbrief in onze bus geschoven: haar familielid is vorige zaterdag overleden!
Na ons avondmaal (tomatensoep met linzen gevolgd door een eenvoudig Vlaams gerecht: wortels met erwtjes en een hamburger) las ik voort in “Pas pleurer”. En nu stelde ik me toch enkele vragen bij de Goncourtprijs voor dat boek.
Dat boek bevat namelijk veel lange passages in het Spaans, zonder vertaling. Eerst stond ik daar niet bij stil (Spaans is mijn “derde taal”) maar vandaag vroeg ik me af of Fransen (wetende hoe slecht zij vreemde talen kennen) niet al dat Spaans overslaan, en dus een groot deel van het boek niet begrijpen.
Een tweede eigenaardigheid is dat er nergens aanhalingstekens worden gebruikt, wat zelfs mij soms in de war doet geraken (ik wil hier niet verwaand overkomen: ik bedoel dat ik meer lees dan een doorsneevrouw en dus dat zelfs ik, met mijn ervaring, daar soms moeite mee heb).
Ikzelf ga met veel plezier het boek uitlezen, maar ik heb dus vragen bij die Goncourtprijs! Roger zei: ‘Zulke prijzen zijn toch te danken aan “ons kent ons”, dat weet je toch?’
Ja, dat had ik moeten weten, inderdaad!
Ik heb de avond geëindigd met het (prettig leesbaar) reisrelaas van mijn schoolvriendin Denise. Boeiend, maar zulke reizen zijn niet aan mij besteed: ik reis liever veel langzamer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten