Ik vergat daarstraks iets te vertellen dat veel indruk op ons maakte.
Tussen onze wandeling in Wange en mijn koken, wilden we even Paul B. bezoeken in het rusthuis van Heers.
Daar stonden we dus aan de ingang: geen bel, deur op slot maar wel zo’n toestelletje waar je een code moet intikken. Die kenden we natuurlijk niet maar een andere bezoekster maakte de deur voor ons open.
We kwamen in een soort eetzaal, zagen nergens verplegend personeel, alleen oudere mensen met een verdwaasde blik en onze vriend al helemaal niet. We weten niet op welke kamer hij ligt, er was niemand om het aan te vragen, dus wilden we weer naar buiten gaan. Onmogelijk: de deur was weer op slot. En wij kenden nog steeds de code niet om ze te openen. We probeerden langs de achterkant buiten te gaan, maar daar moest je ook een code voor kennen. Niemand van de aanwezigen leek ons op te merken.
We liepen wat rond, ik dacht een nooduitgang gevonden te hebben, maar die was ook alleen met een code te bedienen.
Gelukkig ontmoetten we uiteindelijk weer een andere bezoekster die ons langs achter naar buiten loodste. Zij kende alleen de code voor die deur.
Roger en ik hadden de hele tijd (lang was dat wel niet, hoogstens enkele minuten) het gevoel opgesloten te zijn (en in feite waren we dat). ‘Hier wil ik nooit terechtkomen’, zei Roger toen we eindelijk buiten waren, en ik dacht hetzelfde!
Na het avondeten heb ik gegoogeld naar het telefoonnummer van dat rusthuis. Eerst telefoneren lijkt me de enige manier om bij Paul B. te geraken!
Hey wat vreselijk. Volgens mij mag dat helemaal niet. Je mag (zelfs dementen) niet zomaar opsluiten.
BeantwoordenVerwijderenIk kan alleen maar zeggen dat bij onze verzorgingstehuizen niet zo is. Als je wil, leid ik je graag rond in een van onze wzc's waar er wel zichtbaar personeel is, met aandacht voro de bewoner
Misschien hebben die mensen wel de code die wij niet kenden, hé, Isabelle! Ik heb nog geen tijd gevonden om naar dat rusthuis te bellen. Zodra ik daar tijd voor vind, vraag ik meer uitleg.
Verwijderen