donderdag 7 mei 2015

Ulbeek

Terwijl Roger het gras nog eens afreed (dat was echt al nodig) las ik een verhaal, mij gemaild door die Franstalige vriend die ik maar één keer heb ontmoet. Niet hij had het geschreven, maar een Canadese vriendin van hem, een schrijfster. Het verhaal (een eigenaardig sprookje dat getuigde van enorm veel fantasie maar heel veel taalfouten vertoonde) was nog niet gepubliceerd: of ik het wilde nalezen. Iets later kwamen de drukproeven aan van het jongste nummer van Oostland, ook voor correctie, maar daar bleef geen tijd voor over. Net toen mijn Nononc belde om iets te vragen aan Roger was het immers tijd om te beginnen koken.

Na het avondeten werden we in Ulbeek verwacht: Heemkunde Groot Heers had Jo Billen gevraagd ons het een en ander te vertellen over dat dorp.

We waren er iets te vroeg en terwijl we op het kerkhof het graf zochten van Millie, de neef (in de betekenis van “kozijn” of “cousin”) van mijn vader, zei ik tegen Roger dat we nog eens op bezoek zouden moeten gaan bij de zussen Beatrice, Julie en Marie-Joseph van die Millie. We vonden het graf in kwestie en wat schrok ik: ook nicht Beatrice bleek daar begraven sinds september 2013. Daar hebben we niets van geweten! Ik vermoed dat haar overlijden enkel in “Het Belang van Limburg” werd aangekondigd en dat wij dat dus niet hadden gelezen! Nu moet ik zeker dringend eens iets laten horen aan Julie en Marie-Joseph!

De andere leden van Heemkunde en Jo Billen kwamen eraan en we bezochten de oude kerk (waar onze dochter destijds nog heeft deelgenomen aan de opgravingen) die nu een overdekte begraafplaats is. Jo vertelde op echt boeiende wijze de geschiedenis ervan (die we grotendeels kenden door Jeannine Leduc).

Jo vertelde ook over de twee vroegere brouwerijen en dan… belde hij aan bij iemand die woont in een van die brouwerijen. Daar mochten we de schuur binnen waar de heer des huizes alles tentoonstelt wat hij in de vroegere gebouwen had gevonden. Het was indrukwekkend: zithoekjes, eethoekjes, snuisterijen, oude gebruiksvoorwerpen, kortom een volledig privé museum.

Op zich dus al heel interessant, maar daarbij ook heel mooi qua opstelling en… mij leek het of ik een van mijn vaak terugkerende dromen binnenwandelde: het gaf me een surrealistisch gevoel.

Uiteindelijk gebruikten we iets in “De Bottelarij”, een deel van de andere vroegere brouwerij waar ik eerst in een van de opengewerkte stallen eindelijk een sigaret kon opsteken. Het was aangenaam zitten in dat soort inhammetje: oude fauteuils, een hoop kunstboeken en een kachel (die wel niet brandde hoewel het vrij fris was geworden na een mooie dag).

Het café zelf, waar ik daarna de anderen vervoegde, stond me ook wel aan!Glimlach

Geen opmerkingen:

Een reactie posten