woensdag 27 mei 2015

Over babysitten, lectuur en toevalligheden

We gingen vandaag babysitten, tot, dachten we, ongeveer 20 uur. Daarna zou ik thuis nog enkele belangrijke mails moeten beantwoorden (vooral in verband met de KVLS, een literaire avond in Heers georganiseerd door de bezige bij Maj en de presentatie van dat boek over Dirk Lambrechts binnenkort).

Het was weer druk maar ‘plezant” en deze keer hebben de kindjes (en buurmeisje Anna) heel veel onder elkaar gespeeld, waardoor ik tijd kreeg om dat boek “Dieu est un pote à moi” uit te lezen. Nu weet ik waarom ik vergeten was dat ik het al gelezen had: het einde is ontgoochelend en verschilt fel van “Een ongewoon gesprek met God”. Ontgoochelend vooral, ondanks de mooie filosofie erachter, omdat ik er niet van hou als in een boek een ik-personage zijn eigen dood vertelt. Dat lijkt me zo ongeloofwaardig!Glimlach

Op een zeker moment dacht ik (blijkbaar zonder reden) aan Moemoe, de andere overgrootmoeder van Elena en Matthias (ik vergat te vertellen dat die grote jongen zo goed als zindelijk is geworden de voorbije dagen! Glimlach) en vroeg aan onze dochter hoe Moemoe het maakt. ‘Vrij goed voor haar leeftijd (bijna 97 jaar)!’, was het antwoord.
Nog geen 10 minuten later kwam er een telefoontje van onze schoonzoon: het gaat helemaal niet goed met Moemoe!

Dat zal natuurlijk wel toeval zijn, hé, Hendrik? Glimlach Bij  iemand van die leeftijd is het immers normaal dat je denkt aan slijtage en dood. Alleen was ik niet aan Moemoe aan het denken (ik zat in gedachten eerder bij Elena en Matthias, en, jawel, jullie, mijn eigen kindjes dus) en drong die gedachte (en de vraag) zich zomaar ineens op.

‘Willen jullie wat langer blijven zodat wij naar Moemoe kunnen rijden?’, vroeg onze dochter.  Ik had geen werk thuis wachten, alleen die mails (en zelfs al had er werk gewacht, had ik geprobeerd uit te leggen waarom dat moest wachten), dus was het oké.

De kindjes werden dus door ons naar bed gebracht en hoewel ik een van de “beste vriendinnen” ben van Elena, vond ze dat eerst niet zo fijn: ‘Mama moest toch niet werken deze avond?’. Ik heb haar uitgelegd wat er aan de hand was en dat ik begreep dat ze had gehoopt op een avond met mama, enzovoort. Ze leek het allemaal goed te begrijpen, genoot van een laatste verhaaltje en zei weer dat ik haar beste vriendin ben.

Matthias is te jong om door te hebben gehad dat zijn mama normaal gezien thuis zou zijn gebleven en genoot zoals elke avond van zijn badje, het verhaaltje en zijn bed.

Iets voor 22 uur waren hun ouders terug (en het gaat inderdaad niet zo goed met Moemoe) en wij waren iets voor 23 uur thuis, waar ik al die mails beantwoordde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten