Maar niet voor mij!
Ze hadden allebei tekeningen voor ons gemaakt! Tijdens het middagmaal werd er besproken wanneer ze nog eens zouden komen logeren en vermits we voor enkele dagen vakantie staan, leek het voor iedereen een goed idee als ze deze avond mee naar hier zouden reizen. ‘Ik heb wel nog wat werk’, opperde ik. En Elena: ‘Dat is niet erg, dan spelen we wel even met opa of gewoon onder ons’. (Nu, dat werk zal dus wel tijdens hun dutje en na bedtijd voor de kindjes moeten gebeuren - wat vandaag al het geval was: ze sliepen allebei toen we aankwamen, werden even wakker voor een verhaaltje en vielen daarna meteen weer in slaap in de vroegere kamer van hun mama. Ik kon dan nog een paar uurtjes werken).
‘Hoe lang wil je graag bij opa en oma blijven?’ vroeg haar mama, waarop Elena: ‘5 weken!’ We legden uit dat zoiets nu echt onmogelijk is en uiteindelijk spraken we af dat ze tot zaterdag zouden blijven.
Het was prachtig weer en we speelden voornamelijk in de tuin. Vandaag waren we “goede piraten” en een tuinligstoel was onze boot. Toen de ijscoman voorbijreed, hadden de piraten wel heel veel zin in een aardbeienijsje en ze hebben gesmikkeld!
Na het avondeten kregen ze nog een bad en werden ze in pyjama in de auto gezet. Onderweg vielen ze allebei in slaap nadat Elena eerst een hoop plannen had gemaakt voor de volgende dagen. Schattige Matthias reageert op elk plan met ‘Ik ook!’.
Hij begint nu korte zinnetjes te maken maar gebruikt nog vaak de verkeerde woorden. Zo zei hij deze avond, toen zijn papa thuiskwam: ‘Ik papa!’ waarmee hij duidelijk bedoelde: ‘Mijn papa’. Hij begrijpt wel duidelijk alles. Terwijl wij piraten waren en dus, als we niet op ons schip zaten, niet over het gras liepen, maar “in de zee zwommen” (we waren op zoek naar schatten), stapte Roger zo maar op die “zee”. ‘Nee, opa, zee!’, probeerde Matthias hem duidelijk te maken, waarop Roger zei: ‘Ik kan op het water lopen!’
Matthias bekeek me al lachend, wees naar opa en zei tegen mij: ‘Oma, nee opa niet, nee, zee!’. Ik begin zijn peutertaal heel goed te kennen en weet dat hij bedoelde: ‘Wat opa zegt, kan niet juist zijn: nu is dat gras de zee’.
Het is nu 22:45 uur, ik ga nog een klein uurtje werken, daarna even relaxen en dan slapen, want morgen zal het vroeg dag zijn. En, hoewel de lieve Elena deze middag ineens tegen mij zei: ‘Zeg, oma, ik vind jou eigenlijk wel nog jong hoor!’ (ze maakt, vind ik, heel mooie zinnen en heeft een uitgebreide woordenschat) ben ik niet meer zo jong dat te korte nachten mij niet deren!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten