We wilden wandelen in Mettekoven deze middag maar daar was de lucht zo dreigend dat we besloten naar Vechmaal te rijden. Eens we er waren aangekomen, stapelden de donkergrijze wolken zich daar ook op en nog voor we goed en wel uit de auto waren gestapt, begon het pijpenstelen te regenen.
Dan maar naar huis teruggekeerd, waar ik enkele huishoudelijke taken uitvoerde terwijl Roger onder andere een deel van het gras afreed (hier was de lucht even dreigend, maar het regende nog niet).
Foto’s Roger (met een fototoestel van Zeger)
Ondertussen was het tijd om te koken en stelden we vast dat het hier nog steeds niet regende, en dat de lucht zelfs iets opklaarde.
Na het avondmaal stelde Roger alsnog een wandeling voor. Hij wilde gaan kijken naar de Tjenneboom. Vroeger stond daar een plaatje met wat uitleg over die plek en de datum van de aanplanting van de derde boom (degene die we nu bezochten is immers niet de eerste).
Roger was er zeker van dat het plaatje verdwenen is en wilde zich daarvan vergewissen.
We reden dus om 20:30 uur terug naar Mettekoven, wandelden vanuit het dorp naar de Tjenneboom via plantages, velden en boomgaarden. Ik genoot ervan: volledige rust, mooie landschappen, zoete, soms bedwelmende geuren (Gelderse roos, wilde rozen, vlier, meidoorn), een jong hertje (we kregen de kans niet om er een foto van te maken) én een “konijnenreünie” die we jammer genoeg verstoorden.
Na bijna een half uur (veel klimmen was het) bereikten we de Tjenneboom en Roger kreeg gelijk: het plaatje is (waarschijnlijk al sinds lang geleden) verdwenen.
We keerden terug naar Mettekoven en reden naar huis waar Roger de vaatwasser vulde terwijl ik even las in “Dieu est un pote à moi” van Cyril Massarotto. Dat me vaag doet denken aan “Een ongewoon gesprek met God”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten