Ik miste Elena al deze ochtend! Blijkbaar zou ik het snel weer gewend worden, een kind in huis, hoe vermoeiend dat ook is!
Maar het was prachtig weer en Roger stelde voor naar Jehay te rijden, in de provincie Luik (op de grens van Haspengouw en Condroz) . We hadden er lang geleden al het bijzondere kasteel bewonderd (ik weet echt niet meer wanneer dat was).
We hielden vandaag een eerste keer halte in Seraing-le-Château. Daar staat een kasteel waarvan ik vroeger (want we hadden het nog al eens opgemerkt) dacht dat het middeleeuws is. Ik vergiste me gedeeltelijk: de oorspronkelijke burcht ontstond wel in de middeleeuwen, maar het huidige kasteel is een reconstructie uit de 19de eeuw.
De burcht is nu verlaten maar de kasteelhoeve is nog bewoond.
Om volgende foto’s van het kasteel te maken, hebben we, met veel schroom, het binnenplein van die hoeve betreden.
Daarvoor waren we al de “rue du Château” ingewandeld, hoewel er een verbodsteken stond. We gingen er zogezegd van uit dat het niet gold voor voetgangers, te meer omdat langs die straat nog enkele huizen stonden. Hoewel, nee, nu ik mijn herinneringen aanspreek: we liepen langs de achterkant van die huizen. Zodra we de honden van de boerderij hoorden blaffen zijn we dus maar snel terug richting kerk gewandeld. Waar we nog even rondliepen op het kerkhof.
Daarna reden we verder naar Jehay. Het (immense) kasteel vinden bleek niet zo gemakkelijk… Maar mijn smartphone bood hulp.
Ik had gehoopt dat we minstens in het park van dat kasteel zouden kunnen wandelen maar nee: het kasteel en het park zijn gesloten op maandag, en op andere dagen betaal je minstens 4 euro per persoon, ook om alleen het park te bezoeken. Dus wandelden we wat rond in de buurt en stelde Roger voor verder te rijden naar Amay. Jehay is daar een deelgemeente van.
Buiten de kerk en enkele bijzondere huizen vonden we niet zoveel bijzonders in Amay.
We klommen er een heel steile straat in, de “rue des Mots”, die zou voeren naar “la maison de la poésie”. Enkele gedichten (eigenlijk meer aforismen) langs de weg, maar dat huis van de poëzie hebben we niet gevonden. We kregen wel een mooi uitzicht op de kerk van daarboven. En een “bonjour” van elke mens die we ontmoetten!
Nu is het wel zo dat toen we uiteindelijk op een grotere straat uitkwamen, we hebben gekozen om weer naar het centrum af te dalen. Onze klim was zo steil geweest dat mijn knieën heel fel pijn deden (ondanks mijn wandelstokken)… En ik voelde dat onze tikker het ook hard te verduren had gekregen. Op de terugweg ontmoetten we wel nog een huis waar achter het raam (een soort geïmproviseerd etalage) dichtbundels lagen. Maar geen enkele aanwijzing dat dit het “huis van de poëzie” zou kunnen zijn.
Het was heel warm en ik had dorst. Maar het plein nodigde echt niet uit tot een halte in een café. Dus reden we maar terug naar huis waar we restjes van gisteren aten als avondmaal, en waar ik daarna al een groot deel van het gerecupereerde speelgoed heb schoongemaakt. Nee, de wasmachine kwam er deze keer niet aan te pas! Zelfs de kleren van de Fleurpoppen heb ik met de hand gewassen.
Ik kreeg nog een telefoontje van mijn moeder (Nany). Ze had zelf een drukke dag gehad: was op stap geweest met een vriendin.
Natuurlijk heb ik ook een beetje gewerkt vandaag (en dus nog meer gedaan dan speelgoed wassen – wat volgens mij ook werken is). Ik heb bijvoorbeeld onder andere moeten zoeken naar vroegere exemplaren van Oostland en Limburgse Monografieën die nabesteld werden via e-mail. En die klaarmaken voor de verzending natuurlijk. Ik heb de kamer van onze dochter nog een beetje beter opgeruimd zodat ik daar plaats vind om al dat speelgoed in onder te brengen en ik heb een boodschappenlijst gemaakt voor morgen, rekening houdend met wat we nog in huis hebben. Maar misschien vinden jullie dat allemaal niet waard om onder de noemer “werken” ondergebracht te worden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten