Onlangs praatten we eindelijk weer een uurtje met Elena en haar ouders, via Skype. Elena leek dat heel normaal te vinden, dat we tegen elkaar spraken via een scherm (en wat was ze groot geworden!). Ze gedroeg zich heel normaal, kwam ons allerlei speelgoed tonen, en vertelde honderduit (nu zegt ze al verschillend woordjes).
Ik heb zopas het 32ste deeltje van “Onze Lieve Heer begrijpt geen Vlaams” gepost (en, Zeger, want ik weet dat je erop wacht, de volgende delen zullen gauw volgen nu we weer thuis zijn en ik eindelijk wat tijd voor mij heb). Terwijl ik het herlas, bedacht ik dat de moderne communicatiemiddelen het taalonderwijs toch serieus moeten verrijken! Ik heb geen contact meer met mijn vroeger collegae, en weet dus niet of ze al die mogelijkheden benutten. Als ik nu nog Franse les zou geven, wat zou ik ervan gebruik maken! Een taaluitwisseling zoals ik toen had georganiseerd, zou nu zelfs voor een groot deel via Skype kunnen gebeuren!
Maar ik vrees dat de mogelijkheden niet echt worden gebruikt. Tijdens de laatste Matadi-reünie had ik een gesprek met een vriendin germaniste. Ze vond het maar niets dat haar leerlingen bepaalde zaken voor hun opstellen of spreekbeurten op het Internet konden gaan halen! Als alle leerkrachten er zo over denken!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten