maandag 17 september 2018

Naar Sevilla via Montilla

Mijn moeder Nany kreeg vandaag haar stent, mijn "Nononc" is al een poosje terug thuis en zus Bie probeert te wennen aan de eenzaamheid. Dat zijn de nieuwtjes van het thuisfront.

Deze ochtend vertrokken we naar Sevilla onder een staalblauwe lucht en langs kale heuvels die stilaan plaats ruimden voor struiken en wijngaarden. Roger wilde graag even halt houden in Montilla.

Daar zochten we tevergeefs een parkeerplaats en de heel steile straten gaven me zelfs hoogtevrees in de auto (in de auto heb ik er zelden last van). Uiteindeljk maakten we een foto van de mooie witte stad vanop een heuveltje en beslloten we verder te rijden naar Sevilla.

Langs de weg groeiden nu olijfbomen.
Ik kreeg honger (we hadden niet ontbeten) en rond 12 uur stopten we aan een wegrestaurant waar we een kopje koffie of thee bestelden en voor Roger een plato combinado met varkensvlees, eieren en frieten, voor mij een broodje met omelet.
Het valt me op dat Spanjaarden dikker lijken te worden... en dat er overal frieten bij geserveerd worden. Dat en het feit dat ze meer bocadillos eten en veel chips verklaart die nieuwe neiging naar obesitas waarschijnlijk.

We reden verder langs een uitgestrekte vlakte en dorre heuvels en om 14 uur wilde Waze ons de camping van Dos Hermanas laten binnenrijden. Helaas, er waren wegenwerken aan de gang en dat bleek Waze niet te weten: we hebben zelf moeten zoeken naar een omleiding (die we vrij snel vonden).

We waren snel geïnstalleerd. Het was weer zo warm (33°C in deschaduw) dat we besloten eerst even uit te rusten op de camping. Kochten een jeton voor de wasmachine die we lieten draaien (alles is er niet proper uitgekomen: ik wil morgen een paar spullen met de  hand wassen), lazen wat, dronken een biertje en aten er wat noten bij.

Om 19 uur namen we de bus naar Sevilla. Een dik kwartier lopen tot aan de bushalte, een halfuur rijden met de bus die 10 minuten te laat aankwam.
De terminus van de bus ligt aan de rand van de stad. We liepen, op mijn aanraden, naar het centrum en na een poosje merkte ik dat ik me van richting had vergist. Roger, die een andere richting had uit gewild, had gelijk.
We maakten dus rechtsomkeer en na een dik kwartier lopen, bereikten we de eerste caféterrassen. Toen waren we nog helemaal niet in het centrum maar we besloten daar iets te gebruiken (we moesten immers om  9:15 uur de bus terughebben).
Ik dronk een glas witte wijn, Roger vroeg een sherry Oloroso. Ze serveerden hem iets dat fel leek op wat we in Cordoba gratis te drinken kregen in die patio. Daar had de ober me uitgelegd dat het een mengeling was van twee dranken waarvan een Oloroso. Niet slecht maar nogal zoet.
Een  slechte gitarist speelde zogezegde flamenco. We vonden het zo slecht dat we hem geen fooi gunden toen hij daarna rondkwam met zijn hoed.
Het is trouwens opvallend hoeveel bedelaars we al hebben ontmoet. Ik moet toch echt eens zien te vinden hoe het hier zit met de sociale zekerheid.

Om 21:15 uur stonden we terug aan de bushalte maar de bus vertrok pas om 21:30 uur en deed er iets meer dan een half uur over.
In het terugkomen was de halte vlak bij de camping die trouwens werd aangekondigd door het parfum van sinaasappelbomen.

We hadden geen tijd  gehad om te eten in Sevilla, en ons geïmproviseerd avondmaal (in de leeftent met de "deur" groot open) bestond uit kaas, olijven en fruit.

Nu drinken we een glaasje echte Oloroso die we hebben gekocht in Cordoba en vlak achter onze tent hoor ik weer een uil. Het is nu 28°C.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten