Het was Elena-dag vandaag. Uiteraard hebben we heel veel gespeeld (rondgereden op haar driewieler, op haar “auto” en tractor – en Roger “moest” duwen; de poppen eten gegeven en te slapen gelegd; gezongen en gedanst; verhaaltjes verteld en getekend, waar deze keer vooral haar opa bij hielp). Ik heb enkele foto’s gemaakt van Elena en Roger, maar die zal ik morgen opladen, nu vind ik het te laat!
Maar Elena heeft ook gegrapt! Ze herkent nu kleuren en benoemt ze heel graag: een blauw blokje, een geel vliegtuig, een rode sjaal, een groene tractor enzovoort.
Op een zeker ogenblik vulde ze twee koffertjes met speelgoed. Ik kreeg het rode koffertje, zij nam het blauwe in haar hand, en we zouden “wandelen'”. Niet buiten, want het regende. Zoals alle peuters heeft Elena verbeelding genoeg, en het volstond dus dat ik achter haar aan stapte door het hele huis. We waren immers aan het wandelen, elk met ons koffertje. Ze vertelde mij dat haar koffertje blauw was. Inderdaad, maar toen ik haar vroeg welke kleur mijn koffertje had, antwoordde ze, heel ernstig: ‘Groen!’.
Ik was even in paniek – afijn, bij wijze van spreken, want als ze zou blijken kleurenblind te zijn, is dat geen ramp!
Terwijl we met onze koffertjes “wandelden” vroeg ik telkens opnieuw, van alles wat we tegenkwamen, welke kleur dat had. En natuurlijk focuste ik me op groen en rood. Telkens was het antwoord van Elena correct. Na een pauze om aan tafel wat te drinken (idee van Elena, en tja, tijdens een wandeling ga je soms inderdaad ook even een café of zo binnen waar je even verpoost) waarbij we onze koffertjes naast elkaar op de grond hadden gezet, vroeg ik haar welk koffertje nu van wie was. Het blauwe is voor Elena, zei ze mij. ‘En voor Oma?’, vroeg ik.
‘Roen aliesje’, antwoordde ze (“groen valiesje” – valies zijnde soms het Vlaamse woord voor koffer*). En ik: ‘Is dat valiesje groen? Nee toch?’
Waarop zij, heel ernstig: ‘Jawel! Roen aliesje oor oma!’. Weer waren we aan het “wandelen” en weer vroeg ik haar de kleuren van vooral rode en groene voorwerpen te benoemen. En weer deed ze het correct.
Het begon me echt te intrigeren! Nogmaals vroeg ik welke kleur mijn koffertje had, en toen schaterde Elena: ‘Roen!’. Toen zei ik, heel kordaat: ‘Nee, mijn valies is rood!’ En Elena begon bijna onbedaarlijk te lachen. ‘Ja, jood!’, kreeg ze tussen het schokken van het lachen door nog net gezegd.
Was het dan echt haar bedoeling te grappen? Het lijkt er wel op!
* “valies” komt van het Franse “valise”, en duidt een “koffer” aan met een handvat en die je vrij gemakkelijk kunt optillen. Je gebruikt een “valies” wel om op reis te gaan, net zoals een “koffer” die bij ons meer een soort kist is die je niet met één hand kunt optillen. Waarom dus “valies” uit de Standaard taal bannen als het woord toch iets toevoegt aan de woordenschat?