Nee, ik beweer dat niet!
Vandaag was weer een rustige dag: we hebben niet veel meer gedaan dan oppervlakkig schoonmaken, zorgen voor de inkopen (en omdat het weer zo grijs was, en Roger nog veel werk had, heeft dat een wandeling vervangen), eten, en natuurlijk eerst koken (maar daar heeft Roger voor gezorgd: we aten mosselen), én, wat mij betreft verder lezen in “Chanson”. Ik geniet er echt van, zit dan bij het lezen in de relax vrijwel elke chanson mee te neuriën in mijn hoofd! En… Ik zou het bijna vergeten, we hebben weer geluisterd naar Brassens!
En, omdat het dus een vrij luie dag was, had ik weer tijd genoeg om te dromen en te denken aan vroeger.
Ik herinnerde me dat mijn vader mij Brassens elke dag serveerde in de auto (van zodra hij muziek kon opzetten in dat voertuig) terwijl hij mijn zus en mij naar school bracht. En dat ik toen vond dat ik bij elk liedje bijna dezelfde muziek te horen kreeg. Papa zei me eens: ‘Wacht maar! Jou kennende, ben ik er zeker van dat je Brassens ooit zult bewonderen!’
Blijkbaar kende hij me dus door en door, mijn vader! Want hij kreeg gelijk en ik heb tijdens mijn korte leerkrachtcarrière ook geprobeerd zoveel mogelijk van mijn leerlingen warm te maken voor die chansonnier!
Maar ik dacht vandaag ook terug aan gesprekken waarin sommige mensen me zeiden dat ze het Internet een bron van tijdverlies vinden, dat ze het goed zouden vinden als de post voor elke e-mail tot zelfs 1 euro zou aanrekenen (alsof de post iets zou kunnen aanrekenen voor een product dat ze niet zelf aanbiedt!), dat mails beantwoorden zorgt voor ergernis (zeker als het alleen gaat over pps-jes, voegen die mensen er terecht aan toe, waaruit blijkt dat ze waarschijnlijk alleen dat soort mails krijgen), dat telefoneren toch veel aangenamer is, dat televisie kijken toch wat socialer is dan naar een eigen scherm te staren, dat papieren kranten lezen toch gemakkelijker is dan ze online te lezen, enzovoort.
Wel, ik zou moeilijk nog zonder het Internet kunnen! Het vervangt voor mij de meeste kranten en tijdschriften, bijna altijd de post, en heel vaak mijn vertaalwoordenboeken. Een papieren encyclopedie heb ik ook niet meer nodig. En voor ik een voor Roger voorgeschreven medicijn koop, lees ik even de bijsluiter online.
Ik wilde vandaag een kaartje sturen naar een vroegere collega van Roger (jawel, een papieren kaartje: niet iedereen is zoals ik heel blij met e-cards) maar vond zijn adres niet. Het Internet gaf uitkomst. Een adres opzoeken doen we immers altijd via het Internet!
Met de kinderen bellen gebeurt vrij zelden. Alleen onze dochter krijgt soms nog een telefoontje van mij: omdat ik weet dat zij alleen aan haar pc zit om te werken en ik haar dan niet wil lastig vallen. Maar over het algemeen heeft Skype of e-mail de telefoon vervangen.
Brieven schrijf ik bijna nooit meer. Wel des te meer mails. Inderdaad, dan hoor je de stem van de andere niet (maar in een brief ook niet). Maar je valt hem tenminste niet lastig. Hij antwoordt wanneer hij wil (of helemaal niet, net zoals op een brief dus).
Nee, eerlijk gezegd, ik begrijp niet dat mensen die jonger zijn dan ik, en die het medium kennen, het nut van het Internet niet inzien!
Ik heb onlangs Nany, die eigenlijk een beetje jaloers is omdat ik sneller dan zij op de hoogte ben van de familienieuwsjes (dankzij het Internet natuurlijk) voorgesteld haar een eenvoudige pc te kopen. Nee, ze wil niet, want zoveel mensen vertellen haar dat je daaraan je tijd verliest!
Ik herinner me dat ze dezelfde houding had tegenover het mobieltje. Waar ze nu niet zonder kan, en zelfs mensen terechtwijst als ze dat toestel niet constant bij zich én aanstaan hebben !