10/9/2010
Ik heb deze nacht het 'ongeluk' gehad dat Roger voor mij in slaap viel en weldra licht begon de snurken. En in zulke omstandigheden kan ik niet in slaap vallen. Af en toe hield hij even op, en dan probeerde ik... Maar de tijd was steeds te kort tot wanneer hij zich weer omdraaide en wellustig en vooral luidruchtig liet blijken hoezeer hij genoot van zijn slaap. Ik hoorde de uren voorbijkruipen (aan het luiden van de kerkklok van het dorp, vlakbij). Gelukkig voelde ik me niet zenuwachtig zodat ik me er toch kon toebrengen om rustig te liggen dromen (dagdromen dan wel: ik zou een boek kunnen schrijven over veel zaken waar ik aan gedacht heb). Af en toe vroeg ik me zelfs af of ik niet beter zou opstaan en bepaalde zaken opschrijven op ons netbook. Maar dan had ik het licht moeten aanknippen en was er kans dat Roger wakker werd. En, zo redeneerde ik, hij had zijn slaap meer nodig dan ik.
Om 6 uur 's morgens ben ik toch opgestaan, en inderdaad, Roger werd wakker. Vond dat ik me maar weer moest neerleggen en toch nog proberen in slaap te vallen (en ik had me al gewassen, aangekleed, enzovoort!).
Om hem te plezieren ben ik weer (helemaal aangekleed) op het bed gaan liggen, en zodra hij weer was ingeslapen en weer 'gezellig' begon te snurken, ben ik heel stilletjes de kamer uitgegaan. Eigenaardig genoeg had ik zo'n grote honger dat mijn maag rammelde (dat heb ik normaal niet bij het opstaan, en zeker niet na zulk uitgebreid diner): ik vermoed dat we de laatste tijd veel te uitgebreid eten met al die 'feesten' en dat mijn 'mussenmaag' al een 'ooievaarsmaag' is geworden. Maar het was veel te vroeg voor het ontbijtbuffet. Dan maar buiten een sigaret gerold en gerookt. De zon scheen al met volle kracht, maar het was nog koud. Even bedacht ik dat ik misschien het dorp moest inlopen, maar zodra ik eraan begon, bleek dat ik inderdaad echt honger had: duizelingen.
Ik kwam terug in de kamer tegen dat de wekker afliep. En vanzelfsprekend was ik al lang klaar voor Roger, helemaal uitgerust, uit bed kroop. Ik vertel jullie niet hoe ik mezelf in de spiegel zag! Zelfs mijn haar bleek al een beetje vetter dan het normaal na een dag is. Misschien is dat normaal na deze letterlijk slapeloze nacht?
Maria en Michel zaten ons al op te wachten aan de ontbijttafel. En we kregen, in tegenstelling tot wat ik veel jaren geleden gewend was in Frankrijk, een heel uitgebreid buffet - maar dat kan ook liggen aan het feit dat we in de Elzas zijn: dat is nog steeds een beetje Duitsland.
Na nog een sigaretje voor mij, begonnen we aan onze tocht. Michel wilde met zijn auto rijden, wat betekent dat Roger nu eindelijk eens zou meemaken hoe leuk het is alles vanop de passagierszetel te kunnen bekijken.
Maria en ik zaten achteraan, en ondanks het gekeuvel, heb ik onder weg toch enkele zaken kunnen noteren (met mijn zeefgeheugen is dat wel echt nodig opdat ik me later iets zou herinneren!)
We reden eerst, via een dal omring door groene bergen, weer richting Sainte Marie aux Mines, waar we in het komen ook langs waren gereden. In de dorpjes herkende ik de pastelkleurige gevels, de luiken, de balkons. Daarna reden we de bergen in tot de 'col du Bonhomme'. Overal zagen we skiliften: dit zijn inderdaad allemaal wintersportoorden. We hielden halt aan wat genoemd wordt 'gazon du Faing'.
Ik was zo slim geweest al onze wandelstokken mee te brengen en Maria, Roger en ik hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt. Want onze klim (steil) naar de top en onze wandeling terug werd er zeer door vergemakkelijkt. Alles bij elkaar hebben we er een uur over gedaan, maar ik denk wel dat we meer dan een kwartier daarboven hebben vertoefd. Het uitzicht was er immers zo mooi! Bergen rondom ons, en onder ons, een keteldal met daarin een meer, 'l'étang des truites' dat glinsterde in het daarboven toch schaarse zonnelicht (ja, er hingen wolken boven de bergen, maar in de dalen scheen de zon: dat gaf vaak mooie effecten).
(Foto’s Roger)
Op de flank van de bergen: bossen, weiden... Met koeien die we niet zagen maar waarvan we de bellen soms hoorden rinkelen in de stilte die ons omgaf.
Want zelfs bij onze volgende halte (de 'Honeck-top) viel me dat op. De stilte. En dat ondanks het feit dat de plekken die we hadden uitgekozen nogal bekend blijken te zijn: wat een volk! Maar natuurlijk meestal wandelaars die op zich al een speciaal soort toeristen zijn. Daar trouwens sprak een wandelaar ons aan. Hij deed Roger en mij denken aan mijn oude oom Gusty. Zelfde manier van spreken, zelfde manier om mensen aan te klampen. Hij leek te denken (omwille van onze stokken waarschijnlijk) dat wij net als hij van de ene berg naar de andere top hadden gestapt. En begon een korte filosofische conversatie over de grootsheid van onze planeet. Waarin ik hem absoluut gelijk moet geven!
Die Honeck (1366 meter hoog) bevindt zich op de grens van twee regionen (Elzas en Lorraine, zijnde Lotharingen), van twee departementen (Haut-Rhin - waarin La Vancelle zich bevindt - en Vosges, en op drie gemeenten (Labresse, Metzeral, Stosswihr).
Het uitzicht is niet te beschrijven (vroeger zou ik geprobeerd hebben, maar vermits foto's veel meer zeggen!). Prachtige luchten ook daarboven: donkere wolken, maar soms witte daartussen en daardoor weer zonnestralen:
(Foto’s Roger)
En we reden voort. Ik werd, na mijn slapeloze nacht, dat klimmen, en de goede lucht daarboven, ineens zo loom dat ik bijna in slaap viel in de auto. Ik vermoed dat Maria soms lang op antwoord heeft moeten wachten toen ze mij sprak over haar impressies! Roger en Michel genoten zichtbaar. Roger vroeg nog aan Michel of hij graag in de bergen reed, en dat bleek zo te zijn. Roger houdt daar ook van.
Het was ondertussen al na 13 uur en we zochten een auberge waar we iets zouden kunnen verorberen. We kwamen er heel veel tegen. Maar ofwel stonden ze ons niet aan, ofwel was het er te druk (ongelooflijk hoeveel toeristen we overal zagen). Uiteindelijk ontwaarden we, een beetje verloren op een zijweg, iets dat ons alle vier meteen aanstond.
En dat bleek inderdaad een ongelooflijke meevaller! Kastelberg bleek (of leek op) een oude hoeve. En we aten, in wat een vroegere keuken leek, naast een lage en heel brede kachel - die brandde want, nogmaals, het was vrij koel op die 'kimmen' - een succulente 'tourte' met gemengde rauwkost in vinaigrette. Een tourte is in Alsace geen suikertaart, maar een gebak gevuld met gehakt en gekruid vlees. Daarbij namen we een fles Pinot Gris.
Uiteraard ging ik na het eten weer even een sigaret roken, buiten, en ik hoorde weer koeienbellen. De koeien bleken vlakbij te grazen!
Het was 14:30 toen we verder reden. We gingen weer naar het departement Haut Rhin, regio Alsace en via een hoogvlakte bereikten we de 'Grand Ballon'. Waar we weer uitstapten en weer naar de top klommen. Omdat daar bovenop een 'ballonachtige' constructie prijkte, vroeg ik me af of de plek daarnaar genoemd was, maar dat leek Roger een heel domme vraag te vinden (ik moet toegeven dat ik onder weg weer was ingedommeld en dus niet had gehoord dat mijn metgezellen bezig waren over de ‘ballon die daar gebouwd werd’ naar aanleiding van de naam van de berg: bij mij kruipt een slapeloze nacht niet in mijn koude kleren - wat een rare uitdrukking!).
We klommen dus naar die 'ballon', die bleek een observatieradar voor vliegtuigen te zijn. Maar wat een klim! Hoewel, in feite minder steil dan de twee vorige. Maar... de weg naar de top bestond uit allemaal ongelijke stenen. En dat heeft mijn voet serieus gevoeld! Op een zeker ogenblik heb ik zelfs willen opgeven... Maar de drang om boven te geraken was te sterk!
En, ondanks mijn hoogtevrees (ik overdrijf: de trappen waren echt goed te doen), heb ik zelfs mijn metgezellen vergezeld tot bovenop de 'ballon'. Wat een vergezichten! Wat een kleurschakeringen, vooral in de lucht! Je zag er echt dat als wij even in nevel en mist waren gedompeld geweest tijdens de klim, de valleien nog in volle zon lagen!
(Foto Roger)
Na een goed half uurtje daarboven begonnen we aan de afdaling. En toen voelde ik dat het echt niet meer ging met mijn voet. Tja, ik zou toch eens moeten leren dat je een verstuikte voet minstens 6 weken laat rusten, en niet telkens opnieuw na een paar weken probeert er toeren mee uit te halen!!!
Roger had blijkbaar medelijden met mii, want hij volgde ook niet het ritme van Michel en Maria... Maar bleef bij mij. En na een poosje zagen we onze kompanen weer even de berg opklimmen, ons tegemoet. om ons te vragen of we het erg zouden vinden als zij echt al voorop zouden gaan, want ze wilden ons het plekje Riquewihr tonen,waar ze ooit geweest waren, en zouden dus al hun GPS daarop afstellen. Ik kende het plekje niet, maar ze maakten me nieuwsgierig, en ik ging dus gretig akkoord. En probeerde nog mijn pas te versnellen, maar dat ging echt niet...
Tijdens de rit er naartoe ben ik echt in slaap gevallen. Ik hoop dat ik niet gesnurkt heb!!!
Maar toen we eraan kwamen (een dorp in volle zon, want liggend in een van die valleien waar we van daarboven de zon hadden zien schijnen): wat een pracht! Ik zei tegen Roger: 'Dit lijkt een beetje op Aubigny', en hij: 'Ja, maar veel mooier nog'. Ik keek even rond mij (jawel, ik was nog half in slaap), en inderdaad, hij had gelijk. Hier zullen foto's weer meer zeggen dan ik kan schrijven.
(Foto’s Roger)
We hadden wel nog weinig tijd over want ten laatste om 20:30 uur moesten we weer dineren in ons hotel. Dus hebben we alleen de sfeer opgesnoven (en gezien hoeveel toeristen er wel waren - ongelooflijk veel voor september!) en beslist dat we nog alleen tijd hadden voor een drankje in een van de kleurrijke straten.
Terwijl we daarna weer naar de parking slenterden, zag ik doorheen de enkele klimmende straatjes dat de stad (of is het een dorp? het is heel klein) omringd is door wijngaarden, op de flank van bergen. Het was me trouwens al opgevallen hoeveel wijnkelders er waren in de enkele straten die ik gezien heb.
Hier zou ik echt nog eens willen komen. Misschien eens nagaan wanneer het er minder druk is?