Vandaag geraakten we eindelijk even bij overbuurvrouw Marie-Claire. Haar dochter heeft een uitstekend resultaat behaald op school: proficiat, Nele!
We praatten even bij. Wij hadden bij het thuiskomen een doodsbrief gevonden van een andere buurvrouw (85 jaar), en daaruit bleek dat die (al minstens een jaar volgens Marie-Claire) in een rusthuis verbleef. Daar wisten we niets van. We hadden voor onze reis wel opgemerkt dat de zoon van de overledene “logeerde bij zijn moeder” (dachten we: hij woont vlak naast haar en de laatste tijd ging hij constant haar huis binnen). Onder andere het dak van zijn eigen huis werd gerenoveerd, en het leek ons vrij logisch dat de man dan even bij zijn buurvrouw/moeder inwoonde.
Maar nee dus, de moeder bleek verhuisd naar een rusthuis, en de zoon woonde nu in haar huis. Dat zijn huisje wordt gerenoveerd is waarschijnlijk met het oog op de verkoop ervan?
Soms vraag ik me af of we ons niet te weinig bezighouden met onze dorpsgenoten. Nu, er is iets veranderd sinds we hier wonen. In het begin stonden alle poorten en deuren groot open (die van ons ook). Nu is dat niet meer het geval. Te veel inbraken!
Deze avond, na een drukke dag (verder uitpakken, opbergen, boodschappen, opruimen, boekhouding van de KVLS, mails, telefoontje met mijn moeder, koken en eten op de binnenplaats, want de temperatuur was zalig – rond de 25°C met een zacht briesje) drink ik eindelijk weer een Trappist. Terwijl ik me voorbereidde op een intens smaakgenot, viel het in het begin een beetje tegen. Waarschijnlijk waren mijn papillen te fel gewend geraakt aan wijn. Op reis dronken we inderdaad altijd wijn, de pilsjes die we gebruikten om onze dorst te lessen uitgezonderd. Zolang het ging om Spaans of Frans bier, vielen die pintjes wel mee (maar het was nooit echt groots, gewoon een niet zoete dorstlesser), maar o wee de keren dat we Heineken of Amstel kregen aangeboden!
Nederlanders, sorry, maar ik weet echt niet wat jullie vinden aan die pilsjes van jullie! Noch waarom ze in het buitenland verkocht worden op plaatsen die een beetje “chic” willen overkomen!
Je vindt wel enkele Belgische bieren in het buitenland, maar niet mijn favorieten (Stella Artois vind je vrij veel, maar van dat bier hou ik ook niet echt, al was dat de pils waarmee mijn vader zijn dorst leste).
Ik ben nu aan mijn vijfde slok Trappist en mijn papillen lijken aangepast, want ik vind het heerlijk drinken!
P.S. Ik surfte even naar Nederlandse bieren, en kwam via via terecht op de website van KVLS-lid, schrijver Martin Wings (zie “gedachten”, 30/6/2012). Hij heeft waarschijnlijk gelijk: Belgen (Vlamingen wel meer dan Walen, denk ik) zijn geen zakenmensen en daardoor verkopen ze hun bier niet in het buitenland.