Gisteren, op Paasmaandag dus, vierden we Pasen bij onze dochter en schoonzoon. Zij kwam ons aan het station van Leuven afhalen. Normaal gezien zouden Hendrik en Anneke rond hetzelfde uur aankomen, maar er bleek daar iets misgelopen met de afspraak.
Zij werden dus later afgehaald, nadat Zeger (die per fiets was gekomen), onze gastheren, Elena en wij al een paar glazen aperitief en enkele hapjes op hadden. Elena klonk natuurlijk mee, maar met water! Dat ze nu uit een gewoon glas kan drinken (en ze is daar zo fier op). Matthias lacht veel de laatste tijd. Hij kijkt enorm rond, maar lijkt nog steeds een rustiger kind dan Elena. Misschien luidt dat ook een rustigere tijd in voor zijn ouders?
Uiteraard mocht Elena ook eitjes gaan rapen in de tuin (en in die ongelooflijke koude nog voor dit seizoen!). Ik dacht eerst dat ze dat al zondag had gedaan omdat op tafel een mooi papieren mandje met chocolade eieren prijkte, waar Elena me trouwens onmiddellijk op wees toen we binnenkwamen. Nee hoor, dat mandje had ze zelf gemaakt bij Lutti (“plakken, plakken, plakken”, legde ze uit met veel gebaren).
De verwondering van Elena bij elk eitje dat ze vond was zo vertederend! Ze legde ook van alles uit over klokken, paashazen, enzovoort. Het echte Paasverhaal, daar kent ze nog niets van… en ik vroeg me af of dat ooit nog zou komen?
Het eten was heerlijk (en paste bijna volledig in Roger zijn dieet – nee, eigenlijk volledig vermits hij niet aan de chips heeft gezeten, de magerste stukken vlees heeft gekozen, amper heeft geproefd van de taart en geen ijs heeft genomen): een voorgerechtje met garnalen, grapefruit, avocado en dressing, daarna lamsbout met veel gegrilde groenten en aardappelen, en zelfgebakken (nee, niet door mij, wel door onze dochter) appeltaart met ijs. Aangename sfeer, aangename en interessante gesprekken, en natuurlijk voor mij vriendelijke plagerijen vanwege de kinderen in verband met mijn “suikerkorreltjes” van de vorige dag. ‘Jouw lichaam reageert gewoon goed op ziekte,’ zei Anneke, ‘je hoeft niet verder te zoeken dan dat!’ Natuurlijk had mijn lichaam optimaal gereageerd, maar volgens de theorie van onze vroegere dokter (afijn, niet van hem persoonlijk, maar van bijvoorbeeld Vithoulkas, van wie hij mij boeken liet lezen) lag dat net aan die korreltjes!
En Matthias, die zat soms gewoon mee aan tafel, op de arm van een van ons volwassenen.
Ondanks dat goed reageren van mijn lichaam voelde dat toch nog opvallend stijf aan. Tijdens sommige spelletjes met Elena vond ik dat echt hinderlijk! Nu ik het heb over spelletjes met Elena: ze is er toch wel in gelukt de “passepintjes” (plasticine) te laten bovenhalen zeker! En deze keer hielp ook Anneke haar ermee.
Rond 21 uur moesten Hendrik en Anneke de trein terug naar het Antwerpse nemen, iets later vertrok Zeger op de fiets. Zeger en Anneke hebben foto’s gemaakt (Roger was immers zijn fototoestel vergeten): zodra ik over die kiekjes kan beschikken, post ik er enkele.
Roger en ik zijn gaan slapen nadat we nog heel even hadden helpen opruimen (maar niet te veel, zodat onze dochter en haar man toch nog even een beetje intimiteit kregen voor het naar bed gaan).
Ik zei tegen ons “meisje”: ‘Ik wil dat jullie nog even onder elkaar zijn voor het slapengaan'. En zij, lachend: ‘In bed zijn we zeker bij elkaar hé, hij en ik?’. Waarop ik antwoordde: ‘Stel je voor dat wij zouden doen zoals jullie toen jullie nog “kindjes” waren!’
‘Oei, inderdaad,’ antwoordde ze, ‘Stel je voor dat jullie van het een of ander bang worden en ineens bij ons in bed kruipen!’
Bang ben ik niet geworden de volgende nacht ondanks mijn eigenaardige droom dat ik Roger en Zeger kwijt was in een grootwarenhuis. Ik droomde lucide genoeg om te beseffen dat zoiets niet van toepassing kon zijn in het echte leven. Maar ik werd er wel even wakker van. Roger snurkte en ik stootte hem op zijn zij of ik zou de rest van de nacht niet meer kunnen slapen. En omdat hij toen ook even wakker werd, vroeg ik hem hoe laat het was. We zijn immers – ondanks de kou – overgestapt naar het zomeruur, en daar heb ik altijd last van. En daarbij was het ongelooflijk donker in die kamer. Naar mijn gevoel was het 5 uur. Roger, die het uur beter kan aflezen van zijn horloge dan ik, beweerde dat het 7 uur was. Ik schrok even: was mijn gevoel er zo fel naast?
Omdat ik toch wakker was, besloot ik even naar toilet te gaan (omdat ik dan meer licht zou hebben) en las op mijn horloge dat het zes uur zomertijd was. Precies wat mijn innerlijke klok mij zei dus: vijf uur voor mij (wintertijd).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten