Vandaag naar de oogarts geweest, wat gewerkt, even gewandeld tussen twee regenbuien en gekookt.
Heel eenvoudig avondmaal: na de rest van de soep van gisteren had ik eerst een gemengd slaatje voorzien (latuw, tomaat, noten, ui, olijven, kruiden, notenolie en balsamicoazijn), en daarna “gambas al ajillo” met een stukje brood. Ook niet te veel dus, want als afsluiter wilde ik de grote ananas serveren die we onlangs hadden gekocht. Ik lust ontzettend graag ananas en keek uit naar dat dessert: er moest dus nog veel plaats overblijven in mijn maag.
Na twee borden soep (op die manier gelukkig al flink wat groenten binnen gekregen), besloten we even te wachten voor ik de salade zou klaarmaken. Toen ik, pas na een uurtje, voelde dat ik weer aan wat eten toe zou zijn, stelde ik voor toch eerst de gamba’s te bereiden: ‘Als we daarna nog honger hebben, kan ik nog voor dat slaatje zorgen voor we onze ananas opeten’. Roger ging akkoord.
We smulden van onze gamba’s en daarna zeiden we bijna tegelijk: ‘Nu kan die ananas er echt niet meer bij!’. ‘We zullen nog een uurtje wachten,’ stelde Roger voor, ‘en die salade maak je dan morgen wel klaar’.
We zijn nu meer dan drie uur verder en nog steeds hebben we geen honger. De ananas, waar ik zo naar verlangde, zullen we dan maar morgen bij de brunch eten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten