Gisteren werd mij gevraagd of ik iets aan het schrijven ben. Ik moest eerlijk antwoorden dat ik dat inderdaad deed, maar mijn bezigheid constant onderbrak omdat ik niet zeker was of ik een dergelijk boek wilde uitgeven (over mijn ervaringen met Frans en Nederlands dus). Ik had de indruk dat onze vrienden het gegeven wel interessant vonden, en dat vind ik persoonlijk ook. Dus was ik in het terug naar huis rijden weer “in mijn hoofd aan het schrijven”. En bedacht ik dat ik vanaf vandaag weer elke dag zeker twee uur per dag moest besteden aan dat boek.
Ik praat altijd heel weinig als we met de auto rijden (nu, ik ben sowieso geen prater), dus heb ik alle tijd om “in mijn hoofd te schrijven”. Alleen geraken die gedachten zo niet op papier! Maar terwijl ik verder mijmerde, realiseerde ik me dat ons leven zo druk is de laatste tijd dat ik misschien toch echt eens een weekje of twee helemaal vrij moet nemen om te kunnen verder schrijven. Natuurlijk moet ik dan ook zorgen dat ik voor niemand bereikbaar ben.
Vandaag gingen we boodschappen doen. Daarna zorgde ik voor de allernoodzakelijke dingen in het huishouden, bracht Roger de auto naar de garage zodat die morgen kon nagekeken worden. En toen kwamen er weer twee dringende vertalingen binnen. Daar heb ik bijna drie uur aan gewerkt.
Nog voor ik aan het avondeten begon, zorgde ik voor de lay-out van de volgende Limburgse monografie. Weer langer dan een uur werk.
En dan heb ik gekookt.
Tijdens het koken kreeg ik een telefoontje van zuster Godwine. We hebben nogal lang gepraat. Op haar leeftijd (88 jaar sinds januari) werkt ze nog steeds als vrijwilliger in een psychiatrisch ziekenhuis, en ze had er onlangs een ‘van haar patiënten’ zien overlijden: ‘Iemand die niet gelooft in iets na de dood moet zich bij zulk vredig en hoopvol overlijden toch wel vragen stellen,’ zei ze, ‘die vrouw was ervan bewust dat ze doodging én dat ze naar een andere dimensie zou overgaan!’
Het werd een heel interessant gesprek!
Na het avondeten wilde ik even de kranten doornemen, maar na een uurtje zat ik weer aan mijn pc: ik moest nog dringend enkele boekbesprekingen op Leespunt zetten.
En daarna beantwoordde ik de e-mails die echt op een antwoord wachtten. Toen was het middernacht voorbij: te laat om verder te schrijven voor mezelf, vermits ik, bij wat ik noem de “eerste worp van een boek”, zeker elke dag minstens twee, liefst drie uur aan een stuk wil kunnen schrijven.
Zou ik dat toch niet eens doen, een weekje vakantie nemen, gewoon om te schrijven?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten