Na ons ontbijt deze ochtend, en terwijl Roger zijn toilet ging maken, heb ik mij geamuseerd met vogeltjes voederen.
Op de duur vlogen en trippelden er tientallen mussen en blauwe eksters rond mij; ik waande me Sint-Franciscus!
Toen ik nog maar een homp brood overhad, ging ik eerst even onze spullen opruimen. En toen ik me omdraaide, was het brood van de tafel verdwenen.
Roger kwam terug en geraakte in gesprek met onze Engelse buur, die al 10 weken op reis is met zijn caravan (de Nederlanders van wie we de kersen kregen, waren al 12 weken onder weg).
Vandaag gingen we niet, zoals andere jaren, naar het natuurgebied Monfragüe; Roger wilde enkele dorpen in de buurt ontdekken. We reden richting Coria (waar we al enkele keren zijn geweest) door een vlakte onder een staalblauwe lucht. Overal ooievaarsnesten op de pilonen en elektrische palen, schouwen van gebouwen, enz.
Na een poosje rijden hielden we halt in Galisteo, een stadje op een heuvel, bij de Rio Alajon. Boven de “moderne” stad prijkte een omwalde stad.
Daarin hebben we een goed uur rondgewandeld. Het stadje was nog vol bedrijvigheid (het was dan ook amper middag): een straatveegster maakte de site van de glas- en andere containers schoon, een man snoeide de hagen, vrouwen deden hun boodschappen, huizen werden gerenoveerd. En iedereen zei vriendelijk 'hola!'.
Het is een stadje met witte huizen, zwarte balustrades en tralies. De gebouwen lijken niet zo oud, maar misschien zijn ze gerenoveerd? Er hangt een geur van koeien en mest, die op een van de twee pleinen ineens plaats maakt voor de parfum van rozen en van gesnoeide hagen.
We wandelen nog even langs de buitenkant van de wallen en daar ruiken we eucalyptus. Heel verfrissend! Want het is weer zo warm! Voor de eerste keer heb ik op deze reis mijn strooien hoed opgezet.
We bewonderen nog de twee kerken, waarvan een vervallen.
Rond de andere vliegen honderden zwaluwen, en boven op de toren prijken wel 5 ooievaarsnesten.
We eindigen ons bezoekje aan de stad met een biertje in een bar, en krijgen er als tapa gebakken aardappelen. Vier mannen zitten te kaarten en zes mannen supporteren. Roger had gisteren, op het restaurant-terras van de camping al opgemerkt dat kaartspelers hun kaarten overal en altijd op tafel smakken. Waarom is dat?
Er kwam een ruiter op zijn paard voorbij.
Als we willen vertrekken, worden we aangesproken door een man van wie wij dachten dat hij Nederlander was (en we vroegen ons af waar zijn auto dan stond). Hij bleek net als wij uit Vlaanderen te komen, woont in Heverlee, deed de camino de Santiago vanuit het zuiden,
Voor we verder zouden rijden, wilde ik iets eten. Ons brood bleek echter zo hard geworden dat ik het niet meer kon bijten. Ik moest me dus behelpen met onze kersen en abrikozen. Het brood heb ik deze avond aan de vogels gevoerd.
We reden verder en kwamen nog een paar van die witte dorpen tegen, die echter vrij modern leken (Roger denkt van ongeveer 1930): Alagon, El Batan, Morcillo. Brede, rechte straten (ze lijken wel moderne bastidas). En waarom zijn de straten zo breed? Voor de auto's, oké, maar er is helemaal geen schaduw meer...
Onder weg zagen we ook vrij grote geïrrigeerde watervlaktes, waar iets in groeide. Rijstplantages?
En natuurlijk overal ooievaars en af en toe een gier boven ons.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten