Zaterdag 11 juni 2011
We reden eerst richting camping van Calatayud, waar we vroeger zo vaak gekampeerd hebben. Vlak voor de camping was er vroeger een ermita: een grot eigenlijk. Nu (maar dat hadden we al een paar jaren geleden opgemerkt) was er een kapel gebouwd.
De camping zagen we niet, want we sloegen een weg in naar Torres.
Een wit dorp, waarvan de huizen blauwe, gele en roodbruine toetsen vertoonden. Een piepkleine Plaza Mayor en een kerk met een mudejar-toren. Klimmende straten, uiteraard, want al die dorpjes nestelen zich tegen de flank van de berg.
Van daar ging het naar Villalba de Perejiles (dat is een zijrivier van de rio Jalon), met huizen in dezelfde kleuren, weer een mudejar-toren, en klimmende straatjes. Achter de gesloten deuren en luiken hoorde ik praten, soms een televisie, en je rook er olijfolie-gerechten.
Een derde dorp was Belmonte de Gracian. Weer dezelfde kleuren (maar die vind je ook in Catalayud), een imposante kerk met weer een mudejar-toren, en helemaal bovenaan nog een kerk.
We klimmen tot aan de eerste kerk (moeizaam: de bewoners moeten wel lenig blijven met zulke hoogteverschillen!) en nog hoger, vragen ons af hoe je bij die tweede kerk geraakt, dalen weer naar de eerste kerk en daar spreken twee mannen ons aan, die net uit de bar tegenover de kerk komen. Ze vragen van waar we zijn, vertellen een deel van hun leven (de ene is vrijgezel, de andere weduwnaar en heeft een zoon die geneesheer is), over de kerk daarboven die in feite een ermita is, zeggen dat in de maand mei de dorpelingen elke dag naar die ermita klimmen om er de mis bij te wonen... en dat dit het geboortedorp is van de vermaarde schrijver (die ik niet kende) Baltazar Gracian. Die auteur zou zijn manuscripten met zijn eigen bloed hebben geschreven. Zodra we weer online kunnen, moeten we dat verifiëren!
Kort daarop ontdekken we inderdaad, tegenover een soort club voor de derde leeftijd, het geboortehuis van die auteur.
En dan reden we naar Mara. Weer een mudejar-toren, weer klimmende straatjes, en zoals in de andere dorpen, heel veel zwaluwen en mussen. En achter een van die eeuwenoude huizen dat gedeeltelijk was afgebroken, een hele hoge distel.
En... een bar waar we een glas cider dronken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten