maandag 19 maart 2012

Onze Lieve Heer begrijpt geen Vlaams (15)

“Nonkel Theo” opent mijn ogen

In een van zijn volgende brieven vroeg “Oncle Théo” zich af waarom ik hem in feite in het Frans schreef. ‘Het is goed om Frans te kennen, én Engels, én Duits,’ schreef hij, ‘maar probeer toch ook onze mooie Vlaamse taal niet te vergeten!’

Ik was verbouwereerd! Hij ging verder met het “Vlaams” te bewieroken, vroeg zich af of ik die taal misschien ontgroeid was, of ik misschien echt Franstalig was geworden. Nonkel Theo - zoals ik hem sindsdien zou noemen in mijn voortaan Nederlandstalige brieven - was al in 1927 naar India vertrokken, en had vlak voor zijn vertrek blijkbaar al een begin van verfransing vastgesteld bij zijn broer, mijn Dady.

“Nonkel Theo” was wel degelijk peter van papa, maar zoals je in het Frans zegt “par procuration”, vermits papa in 1929 werd geboren.

Hoewel hijzelf ook, net zoals iedere student in zijn tijd, zijn hogere studies in het Frans had moeten doen, was hij ervan overtuigd dat je jouw eigen taal lief moest hebben en zeker niet verloochenen voor een zogenaamde meer hoogstaande taal.

Ik vernam van hem ook dat in tegenstelling tot wat ik dacht (want papa vertelde nooit veel over de afkomst van zijn familie) mijn grootouders van vaders kant uit Limburg kwamen, en dus geen echte Brusselaars waren. En dat zeker de vader van mijn papa in een vrij bewust Vlaams milieu was opgegroeid. Nonkel Theo vertelde me ook dat zulke verfransing dikwijls werd vastgesteld bij universitairen die in hogere kringen terechtkwamen, maar dat hij dat echt niet kon goedpraten. Desnoods ging je wel zo ver, schreef hij, dat je Frans sprak met bepaalde klanten of zakenrelaties, zorgde je uiteraard dat je Frans even onberispelijk was als je Vlaams, maar jouw eigen taal verloochenen, dat deed je niet! Vlaanderen had recht op Vlaamse intellectuelen.

Onlangs heb ik ongeveer hetzelfde gelezen in het boek van Ballegeer: “De Vlamingen, een volk zonder bovenlaag”.[1]

Jammer dat nonkel Theo en mijn vader allebei al zo lang geleden zijn gestorven, anders had ik hen het boek laten lezen. Hoewel… Papa zou ermee gelachen hebben. Al bleef hij een Frans accent behouden, hij was vrij goed op de hoogte van de spelling en van de zinsvorming in het Nederlands en zou meteen de vele fouten in het boek aanwenden om me te proberen overtuigen dat “Vlaams” toch maar een minderwaardige taal is. Ik hoor het hem al zeggen: ‘Heb je ooit één Frans boek gelezen waar zoveel fouten in staan?’ En helaas, ik zou hem gelijk moeten geven.


[1] Joost Ballegeer, “De Vlamingen, een volk zonderbovenlaag”, uitgegeven bij Groeninghe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten