Nany vertelde me vandaag aan telefoon dat er vier mensen in quarantaine zitten op haar gang en dat er vandaag een persoon overleden is. Of dat overlijden een gevolg was van "de ziekte", zoals zij Covid 19 noemt, wist ze wel niet maar 'Vanaf 90 jaar kun je dat wel verwachten hé, dat iemand doodgaat!' Toen ik haar zei dat er ook veel mensen overlijden voor ze 90 jaar zijn, vond ze dat "uitzonderingen"! Ze klaagde ook even dat broertje haar gisteren niet was komen bezoeken. Dat hij zondag was geweest, was ze vergeten maar toen ik het haar herinnerde, wist ze ineens wel weer dat ze waren gaan wandelen (zij in een rolstoel) en een terrasje hadden gedaan. Ik zei dat hij noch wij (en wij zeker niet gezien de afstand tussen haar en ons en de prijs van brandstof) elke dag op bezoek kunnen komen, dat we ook nog ons werk en andere verplichtingen hebben.
"Werk" is voor Nany altijd iets geweest dat de mensen "tussendoor" verplicht doen op kantoor of in een fabriek om geld te verdienen en ze heeft nooit echt beseft dat je daar vaak heel moe van wordt. Het "echte" labeur was voor haar het huishouden (en ergens geef ik haar gelijk in die zin dat zulk werk ondergewaardeerd wordt terwijl het eigenlijk levensnoodzakelijk is - ik heb het hier uiteraard niet over "huishoudfanaten"). Dus voegde ik er aan toe dat de mensen ook nog hun huishouden te beredderen hebben. Terwijl ik het zei, besefte ik dat ik dat huishouden hier de laatste dagen nogal op z'n beloop laat omdat ik met andere, interessantere zaken bezig ben (onder andere met het herlezen en bespreken van het boek van Jan Gerits).
Later, toen we onze boodschappen wilden gaan doen en ik zag wat Roger weer allemaal verzameld heeft in het poortgebouw (waar de auto ook staat), zonk de moed me in de schoenen. Het opruimen van dat poorthuis lijkt wel dweilen met de kraan open! Ik denk dat ik heel binnenkort weer moet zorgen voor een ouderwetse huishoudplanning.
Maar wat heb ik toch een hekel aan dat huishouden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten