In Antwerpen hadden we een heel fijne overbuur, die heel veel weet over planten en dieren. De man trouwde en verhuisde naar Oost-Vlaanderen. Hij, zijn lieve echtgenote, Roger en ik spraken nog enkele keren af. Ze kwamen nog een keer naar hier nadat wij zelf ook Antwerpen hadden verlaten. Zij verhuisden weer, nodigden ons enkele keren uit, maar telkens waren we niet vrij. Maar nu hadden we beslist tijd te maken om elkaar eindelijk, na 12 jaar, weer te zien.
Eerst nodigden ze ons uit volgende zaterdag, maar dat paste (weer) niet voor ons. Dus kwamen ze vandaag naar hier. Met heel veel pruimen, peren en eitjes van eigen kweek, en daarbij nog (overdrijven ze niet?) een heel mooie plant waarvan noch ik, noch zij (wel bizar, maar echt! ) de naam kennen.
Het werd een heel gezellig weerzien. Alsof het van gisteren geleden was dat we afscheid hadden genomen van elkaar. Na een eenvoudig etentje gingen we wandelen rond Mettekoven.
Een wandelpad dat wij goed kennen, maar zij natuurlijk niet. Ze hebben ervan genoten, maar wij des te meer! Deze keer kreeg ik te horen hoe elke plant heet die we tegenkwamen (ik ken bijvoorbeeld alleen distels, zij hadden het over ik weet niet hoeveel soorten distels!), verhalen te horen over waarvoor al die planten en kruiden goed zijn. Elke vogel die we hoorden fluiten of roepen noemden ze bij naam. Van sommige, zoals het “Beethovenvogeltje” of geelgors , had ik nog nooit gehoord, al was zijn gezang me al wel opgevallen. Elk parfum dat ik opsnoof konden ze thuisbrengen… En zij waren de eersten die de dassenburcht – zie foto hieronder –opmerkten!
Een bijzonder boeiende wandeling dus. Tegen het einde werden we wel verrast door een regenbui zodat ik kletsnat weer in Mettekoven aankwam (zij hadden uit voorzorg een paraplu bij, Roger en ik niet). Maar in het enige café van Mettekoven werden we snel opgewarmd.
Na nog een broodmaaltijd thuis zijn zij terug naar Oost-Vlaanderen vertrokken, met de belofte deze keer niet meer 12 jaar te wachten tot we elkaar weerzien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten