Een Franse gastvrouw
Nu we in ’s Gravenwezel woonden, en dus, omwille van de financiële offers die van onze ouders werden gevergd, in de avondstudie bleven, zagen we onze vroegere bus-vriendjes nog maar zelden. Mijn Franstalige bewonderaar miste ik wel het minste. Nu, zijn verliefdheid was fel bekoeld sinds hij vermoedde dat ik (bijna) had “aangepapt” met Jean, dat “Vlaams onderwijzertje”! Hij heeft mij ooit letterlijk gevraagd: ‘Pourquoi tu recherches toujours des néerlandophones?’ (waarom ga je altijd om met Nederlandstaligen?). Langs de andere kant probeerde hij eens een van mijn "bewonderaars" te ontmoedigen door te liegen: 'Ze verkiest Francofonen!' Ik moet erbij zeggen dat hijzelf wel zorgvuldig probeerde alleen met Franstaligen om te gaan.
Terwijl we na de avondstudie aan de schoolpoort op papa wachtten, kregen we contact met een Franse dame. Een gescheiden vrouw wier dochtertje ook naar onze school ging. Geregeld, en zeker in de winter, riep ze ons binnen voor een kop warme chocolademelk. Ze sprak ons de eerste keer in het Frans aan, en wij antwoordden spontaan in die taal. Normaal vonden wij dat, maar was het dat wel? Zou het niet normaler zijn geweest als zij probeerde Nederlands te spreken?
Ze vertelde ons onder andere dat toen ze een paar jaar eerder weer naar Frankrijk wilde verhuizen, ze daarover had gesproken met de onderwijzeres van haar dochter, een non. Die zou geantwoord hebben dat ze “très mouillée” (heel nat) was. En die mevrouw met ons maar lachen met de seksuele connotatie van dat verkeerde woordgebruik (ik denk niet dat de nog jonge Béatrice heeft begrepen waarom dat zo'n leuke vergissing werd gevonden). In feite wist onze gastvrouw heel goed dat de non had willen zeggen: “très émue” (heel ontroerd). Uiteraard had ze de non niet in haar gezicht uitgelachen, dat deed je immers niet (en ik herinner me mijn eerste dag op die Vlaamse school, de vernederingen die mijn zus had moeten ondergaan: blijkbaar vonden Vlamingen, en zelfs leraren, dat je dat wel deed). Ik dacht ook terug aan mijn kinderjaren in Congo, toen ik “sirène” en “ascenseur”, “froid” en “soif” door elkaar haalde. Niemand had me toen uitgelachen om die fouten!
Die Franse mevrouw was uiteindelijk toch maar in Merksem, tegenover de school, blijven wonen. En toch kende ze nog geen woord Nederlands. Tja elke Vlaming sprak immers Frans met haar... Werd de Vlamingen vroeger immers niet ingestampt dat Frans kennen het summum was? Mijn latere echtgenoot Roger vertelde me zelfs dat, om dat te bereiken, soms tegenover kinderen het argument werd gebruikt: "Onze Lieve Heer begrijpt geen Vlaams".
Omdat haar dochtertje door het Nederlandstalige onderwijs al goed vervlaamst was, vond onze gastvrouw ook wel dat ze dat meisje een degelijke basis Frans moest aanbieden. En dat kan ik begrijpen: ze deed dus net het tegenovergestelde van wat papa met mij had gedaan in Congo. Ik werd daar vanaf de eerste dag verplicht om ook thuis Frans te spreken, op het gevaar af mijn Vlaams te vergeten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten