Terwijl het een uurtje niet regende vandaag, gingen we nog eens wandelen in de velden rond Veulen. Het was wel heel nevelig en het bleek toch nog een beetje te miezeren. En de velden waren zo kaal – behalve een pas geoogste spruitjesplantage die een heel weeë geur verspreidde. Niemand ontmoet, niets interessants gezien, behalve een troep wilde eenden. Ik vond het begin van de wandeling echt niet opwekkend… maar gaandeweg genoot ik toch van de meer subtiele geuren en van het eindelijk weer eens goed doorstappen.
Deze avond wilde ik uiteraard weer voor een lekker etentje zorgen… maar het viel niet echt mee. De frietjes die ik serveerde bij onze tomaat-garnaal (“tomate-crevette” zeggen ze in het Vlaams!) had ik een tijdje geleden als overschotje ingevroren zonder ze een eerste keer te frituren. Dom van mij! Noch Roger noch ik hebben onze portie “patat” – dat is dan weer “echt Nederlands” voor friet (en voor mij etymologisch onbegrijpelijk) - opgegeten!
Terwijl ik deze avond verder las in dat boek van Gerard Bodifée (traag, want ten eerste gaat het heel vaak over wetenschap, en ten tweede: telkens als de auteur overstapt op zijn dichterlijk geschreven conclusies, geeft dat bij mij aanleiding tot mijmeren en heel veel nadenken), werkte Roger nog eens voort aan de website van de KVLS. En vroeg hij mij soms aanwijzingen. Ik ging dus ook aan mijn pc zitten en kreeg daar prompt een paar mails door.
De eerste die ik opende was van een Leuvense vriendin die vertelde dat Jan Simoen op 59 jaar is overleden!
Toen ik de Romaanse filologie hervatte in Leuven na een paar jaar werken, was hij mijn medestudent. Heel veel contact had ik niet met hem tijdens onze studies: hij was verloofd met Linda én samen met haar echt een blokbeest. Maar aan het einde van onze studie, en zeker daarna, kreeg ik hem vaker te zien. Hij leerde immers Dirk Lambrechts kennen! Samen in het zog van Dirk lopen volstond in die tijd immers vaak om elkaar beter te leren kennen. Jan verbaasde zich er trouwens over dat hij mij op een andere manier ontmoette dan op de aulazitjes. En ik nog meer. We hielden even contact en ik vernam nog dat zijn (eerste) vrouw Linda overleden was aan een hersentumor. Heel tragisch vond ik die historie: op de proclamatie aan het einde van onze studie bleek Linda geslaagd met de allergrootste onderscheiding. Maar ze begon te wenen toen ze dat vernam. Daar begreep ik toen niets van, maar later vertelde Jan me dat ze toen al wist dat haar einde naderde.
En nu blijkt Jan ook gestorven aan een tumor!
Jan en ik hadden elkaar uit het oog verloren, maar ik volgde zijn schrijverscarrière wel van op afstand. Alleen wist ik niet dat hij ziek was. Jammer!
Nadat ik dat slechte nieuws een beetje had verwerkt, opende ik een volgende mail, van Jopie Jonkers die ik alleen van naam ken. Oei oei (zou Elena mij nazeggen), dat ging over het uitgeven van een boek over Dirk Lambrechts, en of ik zou willen meewerken? Er werd over beslist bij Ivo Hermans, door onder andere haar (Jopie dus) en Koen De Cauter.
Uiteraard wil ik meewerken, maar hoe doe ik het om mijn herinneringen aan Dirk bescheiden en bondig te houden???
Ik heb nog niet geantwoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten