Tijdens onze brunch spraken we af dat we verder zouden schoonmaken (niet alles vandaag natuurlijk: één kamer per dag is voldoende voor mijn rug) en daarna zouden gaan wandelen. Het was immers nog eens mooi, zonnig weer.
Toen kwamen er tien A4-bladzijden binnen, weliswaar pas tegen woensdag te vertalen. Ik bekeek ze, stelde vast dat het een juridische tekst was en herinnerde de opdrachtgever eraan dat ik sinds 22 november 2014 alle juridische teksten zou weigeren. Hij nam het goed op.
Nadat de badkamer, de gang op de verdieping, de trap en de hall onder handen waren genomen, belde ik naar onze dochter. Elena had nog steeds koorts. Ik vermoed nu echt dat ze griep heeft en hoop zo dat wij het niet over zullen krijgen!
‘Waar wil je wandelen?’, vroeg Roger.
En ik: ‘In Sint-Truiden!’
‘Zeg je dat omdat je denkt dat ik daar zin in heb?’, vroeg hij. Natuurlijk was dat zo maar ik antwoordde: ‘Nee, ik heb er zelf echt zin in en als jij daar zin in hebt, des te beter!’
We liepen dus een dik uur rond in dat gezellige stadje. Het viel mee: we zijn enkel onderweg een antiekwinkel binnengegaan en in de stad zelf een vreselijk dure outletstore met heel lelijke kleding, waar ik ons zo snel mogelijk uit manoeuvreerde.
Het rondwandelen in de stad zelf vond ik heel aangenaam en zelfs rustgevend.
‘Ik ruik kermisgeuren,’ zei ik op een zeker moment tegen Roger, ‘maar eigenaardig genoeg hoor ik geen kermis!’
En, inderdaad op de Grote Markt was een kermis aan de gang, die ongelooflijk weinig lawaai produceerde vergeleken met de Sinksenfoor destijds in Antwerpen. Op die manier is het dus ook mogelijk!
Als de foorkramers in Antwerpen zich iets meer meegaand hadden getoond, woonden we misschien nog daar, wie weet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten