6 juli 2010
Gisteren avond, heel laat, zijn we voor de eerste keer in onze 'leeftent' gaan zitten. Het was immers wat koeltjes geworden (dat is natuurlijk heel betrekkelijk: ik schat dat het nog rond de 20°C was). De tent blijkt ruim genoeg en het was heel knus en gezellig. Roger lachte me vriendelijk uit: 'Zie eens hoe gelukkig ze nu is!', waarop ik antwoordde dat hij blij mocht zijn dat ik me tevreden stel met zulke eenvoudige dingen.
Deze ochtend wilde ik wel eens langs de oever van de Dordogne wandelen. We waren al verschillende keren in de Dordogne, maar nog nooit logeerden we aan de Dordogne. Het was 22°C in de schaduw en het beloofde een mooie wandeling te worden. De Dordogne, waar onze camping op uitgeeft, is hier een rustige, vrij brede, donkergroene rivier, helder genoeg om de bomen van de oevers als zwarte silhouetten te weerspiegelen. We konden de oever echter niet lang volgen: de tijdens de laatste storm afgerukte takken en omgewaaide bomen versperden al gauw de weg. Dan maar een soort park in getrokken, waar helemaal geen schaduw te bespeuren was, en onder de zon verder gelopen langs daarna een soort villawijk tot we via een lus weer de camping bereikten.
Hier hebben we dan gepicknickt bij de tent en een beetje gelezen. Ik schreef bij aankomst dat deze camping heel weinig comfort bood, maar in feite hadden we de eerste jaren dat we kampeerden nog minder comfort. En er is tenminste voldoende schaduw dankzij de platanen en de ratelpopulieren. De kampeerplaats is echt niet overbevolkt, we beschikken over een perceel van ongeveer 80 m², en de merels, vinken en spechten doen hun best. En er is nu zelfs een tweede Engels WC opengegaan. Ik vind het wel jammer dat we niet over Wifi kunnen beschikken, maar kom, de GSM werkt wel en ik heb tenminste de kinderen kunnen waarschuwen dat we enkele dagen onbereikbaar waren via e-mail.
Roger wilde nog wel eens graag naar Sarlat gaan. We vertrokken iets voor 15 uur. Eva leek weer de kluts kwijt maar gelukkig geloofde Roger mij deze keer als ik zei dat ze ons een verkeerde richting wilde uitsturen. We reden een poosje aan de voet van een beboste bergketen, met aan onze linkerkant de vruchtbare vallei van de Dordogne. Onderweg zagen we verschillende omgewaaide bomen en afgerukte takken liggen. De storm van vorig weekend moet hier inderdaad serieus te keer zijn gegaan.
Rond 15:30 uur kwamen we aan in Sarlat.
We parkeerden de auto een eindje van de ingang tot de middeleeuwse stad en ik onthield de naam van de straat zodat we na ons bezoek ons vehikel gemakkelijk zouden terugvinden: rue du 8 mai 1945. En we trokken de oude stad in. Het was er even druk en toeristisch als de twee vorige keren dat we er waren. Eigenlijk een beetje te druk voor ons doen, al weet ik dat dit heel egoïstisch is van mij: het is een heel mooie stad en waarom zouden anderen ook niet mogen genieten van al die pracht?
Gedurende bijna 2 uur en half kuierden we in de smalle straatjes en steegjes, bezochten we de kathedraal, bewonderden de huizen, het bisschoppelijk paleis dat nu een tentoonstellingsruimte is, bezochten een andere tentoonstelling waar de strakke personages op de doeken ons wel aanstonden. Zoals in al die toeristische steden vind je in de straatjes de ene boetiek naast de andere, veel kleine restaurants, en enkele cafés. Winkeltjes zeggen me nooit veel, of hun etalage zou al heel kunstzinnig moeten zijn, maar een biertje drinken wilde ik wel. Maar daarvoor moesten we wat meer parkeergeld in de automaat gaan steken. Geen nood, Roger loodste ons via allerlei straatjes en daarna de 19de eeuwse buurt weer naar de rue du 8 mai 1945. Dachten we, want toen we de straat instapten, zagen we een bordje met 'Boulevard Nessman'. Eigenaardig, want toch meenden we enkele huizen te herkennen, en zelfs een oude Mercedes die we onderweg hadden opgemerkt. We wandelden tot aan het einde van die boulevard en kwamen aan de plek waar we de oude stad waren ingelopen. Daar klopte iets niet. We keerden op onze stappen terug, maar deze keer op het andere trottoir, en zagen dan ineens de auto staan, aan het begin van de straat, daar waar we de straat vanuit de 19de eeuwse wijk waren ingedraaid. Terwijl Roger wat geld in de automaat stak, heb ik het gecontroleerd: aan de ene kant van de sraat hangt een bordje met 'rue du 8 mai 1945' en daar vlak tegenover een bordje met 'Boulevard Nessman'. Ik heb er geen uitleg voor.
We liepen weer de oude stad in en merkten dat alle caféterrassen Stella aanboden. En dat is de pils die ik het minst graag drink. Er werd ook ontzettend veel geld gevraagd voor een glas van 25 cl Stella: 3 euro. In plaats van bier namen we dus een wit wijntje (2,2 euro).
(Sarlat la Canéda volgens Roger :-)))
De restaurantjes daarentegen boden echt goedkope menu's aan: tussen de 11 en 15 euro voor drie gangen, waarvan de eerste meestal bestond uit onder andere foie gras. We aarzelden: zouden we toch nog eens op restaurant gaan? Maar ik weet van mezelf dat ik geen volledig menu op krijg. Dus keken we wat de schotels apart kosten: veel meer. We hebben dat vroeger nog vastgesteld in Frankrijk en vinden het heel eigenaardig.
Dus zouden we maar weer op de camping eten, en voor we naar hier terugkeerden, gingen we even boodschappen doen. En ik heb onder andere foie gras gekocht. Ik weet het, heel ongezond, en niet alleen voor ons: ook voor de ganzen. Maar ik lust dat zo graag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten