Ondanks het feit dat ik nog steeds mijn voet een beetje ontzie, werd het een drukke dag.
Roger heeft de ramen gelapt, en daar ben ik hem ontzettend dankbaar voor. Niet alleen doe ik dat niet graag, maar het lukt me ook niet ze even schoon te krijgen als hij dat doet.
We hebben de lege flessen en bokalen naar de glascontainer gebracht. Daarvoor moest ik enkel in de auto gaan zitten, en aan de container aangekomen, de ene fles na de andere met veel gerinkel in de open mond van de bol smijten.
Ik heb correctiewerk verricht, onder andere de 68 bladzijden van het volgend Oostland-nummer (het literaire blad van de KVLS) nagelezen. Ondertussen draaide de zoveelste wasmachine.
En tussendoor heb ik wat gewerkt aan die vroegere kruidentuin, gezeten op een stoeltje. Ik merkte weer eens hoe moeilijk ik het heb met ‘onkruid wieden’. Zodra ik zie dat het gaat om een restje van de vroegere kruiden, mag dat plantje blijven natuurlijk. Hier en daar merkte ik ‘onkruid’ met bloemetjes die ik niet kende. Die plantjes heb ik maar laten staan. Eigenlijk heb ik vooral netels uitgetrokken (en dat voel ik nog aan mijn handen, ondanks de tuinhandschoenen die ik had aangetrokken), en granen. Want ook dat groeit er in dat vroegere tuintje. En ook bij die gewassen heb ik iets van ‘zou ik ze niet laten staan?’. Maar ja, van die enkele aren zullen we geen brood kunnen bakken.
Nee, de vroegere kruidentuin is nog niet zoals ik ze zou willen: het begon te regenen én ik voelde een begin van rugpijn opkomen. Oud worden!!!
Roger heeft weer speltbrood gebakken: brood met veel noten uit onze tuin. Ongelooflijk lekker is dat!
Ik heb naar Nany gebeld, die me heel veel te vertellen had. Zo vernam ik onder andere dat in haar gemeente iedereen mag gaan eten in het rusthuis van het OCMW. Voor 6 euro krijg je soep à volonté, een hoofdgerecht (en ze noemde heel lekkere dingen) en een dessert.
Ik heb proberen te bellen naar de nicht Jeannine Leduc van Roger, maar die gaf niet thuis.
Ik heb ook wat gebladerd in de vele tijdschriften die waren aangekomen tijdens onze reis, en de kranten online doorgenomen.
Gisteren waren we even bij onze overbuurvrouw. Daar hadden we het onder andere over Marie-Rose Morel (vroeger van het Vlaams Belang) bij wie de kanker weer zou toegeslagen hebben. Ik weet het, je ‘mag je niet interesseren voor mensen van het VB’, maar daar veeg ik mijn voeten aan. Ik heb veel bewondering voor mevrouw Morel en ik ben dus ook even naar haar blog gaan kijken.
En uiteraard heb ik met enkele mensen gemaild, en gezorgd voor eten. Veel heb ik niet moeten koken, want we hadden nog overschot. We hadden in Calatañazor immers schapenkaas gekocht. Maar die vonden we veel te ‘straf’ van smaak, dus hebben we er bijna niets van gegeten tijdens de reis. Toch vond ik het jammer zulke grote hoeveelheid kaas weg te smijten. En gisteren kreeg ik een idee tijdens de boodschappen. We hadden nog flageolets in huis, aardappelen en het nodige om een kaassaus te maken. Ik heb er hespenblokjes bijgekocht en de saus bereid met die kaas uit Calatañazor. Het werd een heerlijke gratin!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten