Sinds mijn prille jeugd (dat is letterlijk te nemen: al voor we naar Congo vertrokken, dacht ik daar over na, en ik was 4 jaar en 5 maanden toen we in Matadi aankwamen) ben ik bezeten door de dood. Waarschijnlijk is mijn ego te groot, vraag ik me nu soms af als ik andere mensen daar rustig hoor over spreken. Ik herinner me dat Elvira me ooit zei dat ze dacht dat ze jong zou sterven. Ik vroeg haar of ze niet revolteerde bij die gedachte. Nee hoor! ‘Iedereen moet toch sterven,’ antwoordde ze rustig.
Dat was wel heel lang geleden, toen onze kinderen mijn (niet altijd zo vast) geloof hadden geërfd en nog niet het rationalisme aanhingen.
Sindsdien proberen ze doodsgedachten te ontwijken. Althans, die indruk heb ik. Hendrik is ervan overtuigd dat we alleen stof zijn. Elvira en Zeger… ik weet het niet, ik denk dat ze twijfelen.
Onze kinderen zijn heel verstandig en soms lukken ze erin mij aan alles te doen twijfelen met hun rationele argumenten waar ik geen speld kan tussenkrijgen. Dus wankelde soms ook mijn geloof in een ‘hiernamaals’.
Maar eigenaardig genoeg, telkens als een geliefde persoon stierf, kreeg ik ‘tekens’. Vaak was dat nog voor het overlijden, dus dat geeft geen enkel bewijs over een ‘voortleven’ (zou Hendrik zeggen). Ik ga hier geen details vrijgeven die alleen die personen en mezelf aangaan, maar toch een voorbeeldje. Ik droomde ooit dat een vriend op een vlot ‘onze boot’ kruiste (de boot waar Roger, ik en de kinderen in die droom op zaten), naar ons wuifde en ik ‘zag’ hem zeggen: ‘hier beneden ontmoeten we elkaar niet meer, Jessy. Proberen jullie verder gelukkig te zijn met elkaar!’. Wij hebben vrienden die we niet elk jaar ontmoeten, en deze hoorde daarbij. Er waren zeker twee jaar verlopen sinds we hem de laatste keer opzochten in Amsterdam. Wel, ik was de volgende dag pas opgestaan, of ik kreeg een telefoontje van zijn partner: die vriend van ons lag op sterven! En hij is diezelfde avond overleden. Of overgegaan?
Toen we nog in Antwerpen woonden, lag mijn goede vriendin te sterven aan een veralgemeende kanker. Ik was haar die dag gaan bezoeken, en het ging echt niet goed met haar. Ze leed gruwelijke pijnen (dat was in 1983, en ik vermoed dat de pijnbestrijding in die tijd nog niet je dat was). Ik heb die avond gebeden zoals ik het zelden doe (ik heb daar trouwens ook een gedicht bij geschreven, maar dan wel in het Frans). De dokters gaven die vrouw nog een goede week te leven, en ik vroeg aan ‘wie god dan ook is’ om haar lijden te verkorten. Diezelfde nacht (net voor Sinterklaas) kwam ze mij bezoeken in mijn droom. Ze vertelde dat ze afschuwelijk had afgezien, maar dat dankzij mijn gebed, ze was overgegaan. En : ‘Kijk eens hoe gelukkig ik nu ben!’
Na die droom ben ik meteen opgestaan (ik moest zorgen dat de kinderen bezoek kregen van Sinterklaas) en nog voor de andere gezinsleden opstonden, kreeg ik een telefoontje van de echtgenoot van mijn vriendin: ze was een uurtje geleden ‘overgegaan’. Dat betekende dat ik waarschijnlijk van haar gedroomd had op het ogenblik van haar dood. En zulke dromen kunnen rationalisten helemaal niet overtuigen.
Zo zou ik nog tientallen voorbeelden kunnen aanhalen, maar inderdaad, Hendrik, door het feit dat ik die ervaringen heb vlak voor, tijdens of vlak na het overlijden, bewijzen die niets.
De dromen (of ingevingen) die een poosje of lang na het overlijden kwamen, zullen onze kinderen ook niet overtuigen. En toch bewaar ik daar troostende herinneringen aan. Toen mijn vriend pater Inghels was gestorven (dat heb ik pas de dag na zijn dood vernomen), kreeg ik een heel raar gevoel terwijl ik op het punt stond in huilen uit te barsten. Een echt overweldigend geluksgevoel. Ik was aan het koken en liet dat gevoel mij gewoon overspoelen. En diep in mij hoorde ik iets of iemand zeggen: ‘niet huilen,Jessy! Je moest eens weten hoe gelukkig ik nu ben!’.
Maar allemaal (ik bedoel de ‘zielen’ waar jullie kinderen niet meer in geloven) zeggen ze mij dat we minder met onszelf moeten bezig zijn.
De laatste keer dat we bij onze vrienden in de buurt van Laroche en Ardenne waren, spraken we ook over die zaken (normaal voor mensen van rond de 80 die een beetje nadenken) én over de filosoof Teilhard de Chardin. Mijn vriend zei: ‘Hij schrijft dat een mens zijn ego, zijn identiteit verliest, maar daarna toch een gelukzalig gevoel krijgt. Angstaanjagend idee!’
Nee, niet angstaanjagend! Ik, die toch echt gericht ben op mijn ego, heb dat al enkele keren meegemaakt. En het is allesbehalve bangelijk: je voelt je in feite als een god! Alles en iedereen maakt deel uit van jouw bewustzijn. En uiteraard ook het persoontje dat je bent voor en na de ervaring. Naar het schijnt is dat wat mystici ervoeren.
Eigenaardig dat ik deze avond weer aan al die zaken dacht. In normale omstandigheden zou ik morgen of overmorgen een overlijden verwachten, maar deze keer is de uitleg veel eenvoudiger. Ik las immers van een collega schrijver dat hij 10 dagen geleden zijn vrouw heeft verloren. Is ze gestorven of overgegaan naar een andere dimensie?
Ik hoop het tweede, Hendrik zijn rationalisme ten spijt!
Zadel je niet op met onnodige schuldgevoelens:
BeantwoordenVerwijderen't is niet omdat Antwerpen "Moederdag" "viert" dat iedereen meedoet: Eerst en vooral:'t is en blijft een kommerciële bedoening, ten tweede Moederdag wordt traditioneel gevierd in de maand mei:onze kinderen bedenken hun Mama met een warm en hartelijk telefoontje! Laat je niet beïnvloeden door je weet wel "wie en wat"...
't Gras lijkt steeds groener aan de overkant van de straat...
Héhé, dit vind ik nu pas (op 23/8/2010), Nononc (want ben jij dat niet?). Je hebt gelijk!
BeantwoordenVerwijderen