Toen we gisteren avond Zeger gingen afhalen aan het station van ‘Waremme’ (Borgworm) kwamen we op de veldweg daarnaartoe een grote (eigenlijk enorme, want met zijtakken) gevallen tak tegen (het waaide fel). De smalle weg was echt versperd en Roger laveerde rond de tak.
In het terugkomen ontmoetten we uiteraard dezelfde tak en dat bleek vlak na een bocht te zijn (dat hadden we niet opgemerkt in het gaan).
Zeger stelde onmiddellijk voor om de takken opzij van de weg te leggen zodat er niemand zou verongelukken. Hij had natuurlijk gelijk en zover had ik nog niet gedacht: stel dat iemand vanuit Borgworm naar Heers rijdt (en niet zoals wij, die op de terugweg waren en wisten van die afgewaaide tak) en vlak na die bocht op die takken terechtkomt!
Dus, Roger maakte rechtsomkeer zodat hij tijdens Zeger zijn ‘operatie’ hem kon bijlichten met zijn koplampen (want stel je voor dat iemand vanuit Waremme naar Heers kwam gereden en niet alleen die takken trof, maar ook reddende Zeger: onze jongen zou overhoop gereden worden!).
Toen ik daarna Zeger bedankte voor zijn initiatief, antwoordde hij: ‘Ik vind dat waar je kunt helpen, je dat ook moet doen!’
Maar iets later hadden we het over ‘Katje’ en daar kreeg ik een eigenaardige conclusie te horen. Ik weet (en Zeger ook) dat in het dierenrijk moeders hun kinderen maar verlaten als er iets aan scheelt. Volgens Zeger bewijst het ‘ongeluk’ met Katje dat zijn/haar moeder hem/ haar niet ten onrechte heeft verlaten: hij/zij zou te dom zijn geweest! Dus zou het geen zin gehad hebben, wat wij probeerden te doen (Katje redden in feite)?
Misschien (waarschijnlijk zelfs) heeft Zeger gelijk.
Maar wat dan met onze Pamphile die ook geweigerd werd door zijn moeder?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten