25 juni 2012
We zijn deze ochtend vertrokken na een babbeltje met onze Vlaamse buren. Ze zijn van Diksmuide, kwamen van Valencia, waar geen plek meer vrij was omwille van de “Grand Prix”. Ze hebben een hotelletje moeten nemen in een naburig dorp.
We reden dus richting Barbastro. Roger had Eva, onze GPS dus, ingesteld op Souillac in Frankrijk en ze voerde ons naar de tunnel van Vielha. Hoe lang is het wel geleden dat we die weg volgden? Ik schat zeker meer dan 20 jaar!
Na een klein uurtje rijden zagen we voor ons al de Pyreneeën en reden we later zelf tussen roze en grijze rotsige bergketens. Diepe kloven, rotswanden die leken op bladerdeeg, en de bijna droge Noguera Ribagorcana naast de weg. Dan klommen we nog hoger en samen met de Noguera baanden we ons een weg tussen verticale rotsen. Nog een uurtje later reden we Catalonië binnen, maar we zijn nog een paar keer in Aragon terechtgekomen, door de grillige loop van de rivier die we volgden. Even werd het landschap iets groener, we passeerden een turkoois stuwmeer, de afslag naar La Pobla de Segur (herinner je, “kindjes”!), het landschap werd weer ruwer, op de bergtoppen ontwaarden we nog sneeuw en bergriviertjes tekenden witte strepen in al dat grijs, roos en groen.
De meer dan 5 km lange tunnel de Vielha leek verbreed en gemoderniseerd: vroeger was die gewoon uitgehouwen in de rots.
In Bossost, na Vielha, stelde Roger voor een plato combinado te eten in een bar. Weer namen we slechts een plato voor ons beiden en kregen er twee bestekken bij.
Vlak daarna reden we Frankrijk binnen, waar we al gauw met een douanecontrole geconfronteerd werden. Onthecht zoals wij zijn van materiële zaken :-), moesten we niets aangeven dat argwaan wekte, tenzij misschien onze Oloroso. Ze vroegen ons: ‘Geen alcohol?’ En ik, spontaan, op z’n Frans: ‘Nee!’, want wijn is in Frankrijk “geen alcohol”, wel een gewone drank of zelfs een geneesmiddel. Roger verbeterde me: ‘Wel een tiental flessen wijn van Jerez’. In feite zijn het er een stuk of veertien plus drie flessen Malaga, maar kom, dat kan inderdaad doorgaan voor een tiental. Dat was oké. ‘Zie je wel,’ zei ik tegen Roger toen we eindelijk mochten doorrijden, ‘wijn is in Frankrijk geen alcohol!’.
Nu bleef het landschap opvallend groener dan aan de Spaanse kant van de Pyreneeën. En ineens geen roofvogels of ooievaars meer. Ook geen vrachtwagenchauffeurs meer die knipperen als ze achten dat je ze kunt inhalen op een smalle weg. Alles leek ineens zachter en toch minder ridderlijk. De péages volgden elkaar wel weer op: ongelooflijk hoeveel geld je daaraan spendeert!
Vlak voor Toulouse lazen we een waarschuwing voor “bouchons” tijdens het spitsuur, en ja hoor, we hadden het zitten. Het ging vrij – soms zelfs heel - traag tot voorbij Cahors.
We volgden nog de vallei van de Lot, van de Dordogne (en daar werd het iets rotsachtiger) en om kwart over 19 uur kwamen we aan op de camping van Souillac, van de Flower-campingketen. We zijn hier al zeker een keer geweest, maar ik weet echt niet meer wanneer. Ik heb het ondertussen even opgezocht: twee keer in 2010.
Na onze installatie wilden we iets gaan eten in het stadje, maar geen van de menu’s of gerechten inspireerde ons echt. Op de camping kon je pizza’s kopen, en dat hebben we dan ook maar gedaan. Ze waren lekker, maar weer heb ik maar een vierde van mijn pizza op gekregen.
We hadden, dachten we, een idyllisch plekje gevonden, tussen vier populieren, met veel ruimte en vinken en weinig buren. Helaas, ook vol muggen: ik ben al zeker 10 keer gestoken!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten