1 juni 2012
Ik kreeg het weer toen we deze ochtend vertrokken: heimwee naar de tijd toen de “kindjes” nog meereden. Ach, die tijd is voorgoed voorbij!
Maar nu hebben ze ons huis voor zich! :-) En ze zullen er wel van profiteren, samen en/of apart. “Kindjes”, ik heb niet echt schoongemaakt, alleen een beetje geveegd. Maar zorg dat ik het huis in dezelfde net niet schone toestand terugvind, oké?
We vertrokken richting Namen onder een donkere bewolkte lucht. Eva, de GPS, hadden we op Amiens ingesteld. Onder weg zouden we beslissen of we vandaag naar Clamecy, Aubigny of Tonnerre zouden gaan.
Na Namen reden we richting Luxemburg en hielden we even halt op de aire de Walmin. We aten een hard gekookt eitje en ananas.
Rond 13 uur klaarde de lucht op. Het was al die tijd opvallend rustig geweest op de weg. We namen iets later de afslag naar Bouillon en om vijf voor 14 uur reden we Frankrijk binnen. Naaldbossen en loofbossen wisselden elkaar af. Rechts van ons zagen we de Maas meanderen, links een kasteel dat we herkenden van vorige jaren. Daarna kwamen er groene uitgestrekte vlaktes met hier en daar een kudde schapen of koeien. Het was nog steeds niet druk (hoewel, heel even was het dat wel geweest). Er vielen enkele regendruppels maar al snel klaarde de lucht weer op.
Vlak na Reims kwam de eerste péage. We hebben 27,40 euro betaald voor 250 km. Toch duur eigenlijk! Op de bermen van wat zo mooi een “station de péage” heet, bloeiden ontelbare klaprozen. Heel mooi, maar het waren er zoveel dat ik vermoed dat ze gezaaid werden. Om de bestuurders te troosten van het feit dat ze weer eens zoveel geld uit hun zakken moeten halen?
Ondertussen hadden we besloten naar Aubigny te gaan. We stelden Eva daarop in, maar die wilde ons weer naar Reims sturen en dan naar Parijs. Net dat wilden we vermijden en we stelden de GPS dus in op Troyes om dan via Sens naar Aubigny te rijden.
We ontmoetten enkele keren een park windturbines. Allemaal stonden ze stil.
Op de “aire de l’Espérance” picknickten we eindelijk echt, om kwart over drie. Nog een geluk voor mijn maag dat we daarvoor al iets hadden genuttigd! We aten brood met paté, kaas en zalmsalade. En Roger enkele tongfilets (rest van ons avondmaal van gisteren). Die aire viel enorm mee: heel zuivere sanitair, alles prima onderhouden. En veel mussen en kraaien die helemaal niet mensenschuw leken! Daar voelden en zagen we dat de rest van de dag zonnig en warm zou worden. En dat klopte. We hoorden zelfs op de radio dat het morgen heet wordt (met kans op onweer).
Iets voorbij Troyes bleek Eva helemaal de kluts kwijt te zijn: de wegen waren veranderd. Gelukkig hebben we nog landkaarten bij ons! Maar zelfs daarmee werd het even zoeken met die verbouwde wegen: we hebben zo wel 20 minuten verloren.
Het landschap veranderde van heuvelachtig tot heel vlak. In Gien (lijkt een mooi stadje!) reden we de Loire over en om 19:19 uur kwamen we aan op de camping “Les Etangs” van Aubigny. De receptie was al gesloten, maar we ontmoetten nog net de echtgenote van de uitbater en mochten ons installeren en morgen inschrijven. Dat betekent wel dat we geen paswoord voor het Internet hebben. Ik zal dit bericht dus morgen pas kunnen posten.
Nadat ons “tentencomplex” was opgesteld (op nog geen 10 minuten! Reclame voor Quechua!), zijn we gaan eten in “Les Deux Tours”, een restaurant dat vorig jaar gesloten was toen we hier waren. Voor alles tezamen 38 euro hebben we echt gesmuld. Roger nam als voorgerecht foie gras met sla, ik een toast met warme geitenkaas op een bedje van gemengde sla (tomaat, sla, appel) en een heerlijke vinaigrette. Als hoofdgerecht kreeg Roger carpaccio met frietjes en ik “onglet de boeuf grillé, beurre à l’ail” en frietjes (waar ik er misschien vijf van at) .
Ongelooflijk mals vlees! Als nagerecht namen we kaas, maar ik kreeg mijn kaasschoteltje niet op. En daarbij dronken we een overheerlijke Côte du Rhone. Nu, ik ben echt geen wijnkenner hoor, ik volg gewoon mijn smaak als ik zeg dat ik wijn overheerlijk vind.
Ik zou nog vergeten iets eigenaardigs te noteren! Tussen Gien Montargis (heel saaie weg, met ik weet niet hoeveel rotondes) zagen we geregeld heel gebruinde, niet echt schaars maar toch vrij uitdagend geklede vrouwen aan de rand van het bos staan. Ver van alle bewoning, behalve van een hotel waar ik een aanwijzing naar zag. Een van die vrouwen zat nog in haar auto die ze gedeeltelijk in het bos had verborgen. De anderen leken zonder vervoer… Maar er stonden wel heel veel lege auto’s langs de weg. Hoertjes? We hebben dat vorig jaar nog gezien, zulke hoertjes, langs een drukke weg naar Denia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten