3 juni 2012
Deze ochtend waren het de koekoek en de kraaien die ons wakker maakten. Ik hoorde geen enkele vink. Tijdens het ontbijt, dat we onder de leeftent nuttigden omdat het vrij koel was, begon het weer eventjes te regenen.
We besloten vandaag nog hier te blijven en wat rond te rijden in de streek. We zitten in de Berry, de streek van Alain Fournier, en al hebben we de meeste dorpjes en steden al gezien, richting Salbris waren we nog nooit geweest. Toen we vertrokken, kwam de zon even te voorschijn achter de wolken.
Weer reden we langs zo’n vlakke, saaie weg omzoomd door bossen. Ik las later in een van de dorpen die we bezochten dat men hier ook spreekt van “Landes”. Deze keer geen hoertjes langs de weg: te koel?
We maakten een eerste keer halte in Ménétréol sur Sauldre. Een heel klein dorp van enkel vier straten.
We wandelden er een beetje rond en voelden de temperatuur stijgen. Toch is het vandaag naar mijn gevoel nooit veel meer dan 20°C geweest, eigenlijk veel aangenamer dan gisteren.
Daarna reden we verder naar Souesmes.
In dit wat groter dorp stonden enkele vakwerkhuizen, en waren er een paar cafés en restaurants. Net zoals in Ménétréol en in Aubigny waren de dakbedekkingen vaak in die rode steen die we ook (als ik me goed herinner) ooit in Tonnerre hadden gezien maar waar ik me nu de naam niet van herinner. Als de verbinding met het Internet vlotter was, zou ik het even opzoeken, maar ze wordt constant onderbroken. Daarom is het trouwens dat ik boven elke post de datum schrijf: ik weet nooit op voorhand wanneer ik die eindelijk zal kunnen publiceren.
Ook de vele schoorstenen op de gebouwen vallen op (en idem voor Aubigny, maar meer uitleg over die stad vindt u in mijn relaas van vorige jaren en via de link in de post “Naar Aubigny”).
Van Souesmes reden we naar Sainte-Montaine. Vrij groot dorp, niet zo heel mooi. Een hotel en een café die niet meer in gebruik waren, weer, zoals in Ménétréol, het gemeentehuis, de vroegere jongens- en meisjesschool in één en hetzelfde gebouw.
Weer wandelden we er wat rond en lazen dat de auteurs Claude Seignolle en Marguerite Audoux (vriendin van Alain Fournier) in het dorp gewoond hebben.
Daarna kwamen we terug naar de camping, waar we bij een eenvoudige broodmaaltijd nog even genoten van de watervogels (de temperatuur liet weer toe buiten te zitten). Buiten eenden herken ik er geen enkele: ik zou echt eens wat tijd moeten nemen om er meer over te lezen.
En… De vinken zongen weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten